nog niet voldoende was voorbereid op een zo ingrijpende maatregel
als de ruilverkaveling uit kracht van wet. Dit gedeelte verviel
tengevolge van de Kamerontbinding.
Het Groot-Hertogdom Luxemburg bezit op dit gebied nog geen wet
geving. Wel is er een ontwerp in voorbereiding, dat geïnspireerd is op
bovenvermeld ontwerp van Maart 1948. Volgens dit Belgische wets
ontwerp beoogt ruilverkaveling betere economische exploitatie van de
landeigendommen, waaronder verstaan worden goederen, die natuur
lijke vruchten afwerpen. (De eigenlijke bouwterreinen zullen dus even
tueel niet in de ruilverkaveling begrepen mogen worden.) Voorts is
het doel het verkrijgen van aaneensluitende en regelmatig gevormde
percelen met een eigen uitweg en zo dicht mogelijk bij de bedrijfs
gebouwen gelegen. Aan elke eigenaar moeten zoveel mogelijk
gronden van dezelfde gebruiksbestemming, hoedanigheid en opper
vlakte worden toegekend, gebaseerd op hetgeen hij voordien bezat.
De gronden, nodig voor wegen en waterlopen, enz. moeten zonder
schadeloosstelling worden afgestaan. De stemmingsvergadering
wijst een afgevaardigde aan, die haar bij het Ruilverkavelings
comité zal vertegenwoordigen. In dit comité hebben mede zitting
een vertegenwoordiger van de Minister van Landbouw (voorzitter),
een afgevaardigde van de Minister van Financiën (ambtenaar
van de Domeinen of het Kadaster) en, indien gewenst, een lid
gekozen uit de pachters. Het ontwerp van ruilverkaveling wordt
aan Koninklijke goedkeuring onderworpen, indien het de instemming
verkrijgt van minstens de helft van de belanghebbenden, mits deze
tenminste de helft van de oppervlakte bezitten. Reclames tegen
de schatting worden behandeld door de Vrederechter bij ons
Kantonrechter), die een deskundige aanstelt voor advies. Teneinde
de afwerking vlugger te doen geschieden, wordt de dagvaarding
niet door een minnelijke schikking voorafgegaan. Het ruilver
kavelingscomité dat de nieuwe kavels toedeelt kan zich, indien
het zulks nodig acht, door één of meer deskundigen laten bijstaan.
Het huurrecht gaat van het oude perceel op de nieuwe kavel
over. De verpachter en de pachter kunnen verhoging of vermin
dering van de pachtprijs vragen op grond van het verschil in
oppervlakte of in voortbrengingsvermogen tussen de oude en
nieuwe kavel. In principe heeft het comité het recht om b.v.
rechten, die ontstaan zijn in de loop van het eigenlijke ruilver-
kavelingswerk, te negéren; in feite mag het er rekening mede
houden, voorzover het belang van de ruilverkaveling er zich niet
tegen verzet. Bezwaren betreffende a) de aan de nieuwe kavels
toegekende waarde (door vergissingen bij de meting b.v.), b) het
bedrag van de geldelijke verrekeningen, c) de omslag van de
kosten, d) de aan de eigenaar en huurders toekomende vergoedingen,
worden voor de Vrederechter gebracht. Deze wijst hiertoe een
deskundige aan voor advies. Ook hier geen minnelijke schikking
176