ambtenaar ter toepassing op het terrein wilt aanbevelen, hoe zou U hem dan uitleggen waarom en wanneer dit op deze manier kan, en hoe zou, volgens U, de regel betreffende de toepasbaar heid moeten luiden? Oplossing. a, We berekenen volgens de bekende methode met gebruik making van de opgegeven benadering van EB de benaderde af stand van DE; met deze gevonden benadering berekenen we een tweede benadering van EB, aldusDE /Be2 (BE CD)2 BE 1AB2 (AD DE)2, Deze bewerking herhalen we zolang, tot de gevonden benadering van BE in de cm geen wijziging meer ondergaat, In het onderhavige geval blijkt de derde be nadering reeds te voldoen, BE 38,89 m, AE 13,39 m, In het geval, voorgesteld in de tweede figuur, berekenen we met behulp van een benadering van QS (bv. door uitpassing) aller eerst PS l^PQ2 QS2, Hieruit leiden we een tweede benadering voor QS af: QS TQR2 (PS PR)^. Ook deze bewerking weer herhalen, tot het resultaat in de cm geen verandering meer ondergaat. Het is in dit geval zelfs niet noodzakelijk uit te gaan van een benadering van QS, omdat deze afstand, misschien zelfs wel met minder moeite, rechtstreeks is te bepalen door toepassing van de methode, beschreven in de „Cursus Harkink", blz. 139—140. M.b.v. de projectiestelling berekenen we dan nc PQ2 PR2 QR2 Pb 2~T?Rwaaruit vervolgens QS=IPQ2 PS2. Als bezwaar tegen deze methode kan worden aangevoerd, dat niet kan worden volstaan met het gebruik van de kwadraattafel, doch dat ook nog een deling moet worden uitgevoerd. Tijdens de berekeningen volgens de benaderingsmethode moeten echter de opgezochte kwadraten toch genoteerd worden, zodat de kleine bewerking van het uitvoeren van een deling geen over wegend bezwaar kan opleveren. Wanneer men de benadering enige keren moet herhalen om tot het gewenste resultaat te komen, voert de directe methode, waarbij de deling dan nog met de reken- liniaal kan worden uitgevoerd, ons zeker sneller tot het gewenste resultaat. b. De methode kan worden toegepast in die gevallen, waarin we de grootste rechthoekszijde kunnen berek nen als wortel uit het verschil van de kwadraten van schuine zijde en kleinste recht hoekszijde. Een afwijking in de lengte van de kleinste rechthoekszijde heeft daardoor in verhouding weinig invloed op de te berekenen lengte van de grootste rechthoekszijde. 183

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1952 | | pagina 19