Verslag van de Centrale Cultuurtechnische Commissie
en van de Cultuurtechnische Dienst over 1950*
(Uitgave van het Ministerie van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening, Directie van de Landbouw; in
spiraalband.)
Wij hebben met enig ongeduld uitgezien naar de verschijning
van dit verslag, dat evenals vorige jaren gestencild uitkwam in een
omvang van 143 bladzijden.
Blijkens grafiek 1 is de totale oppervlakte van de tot stand ge
komen ruilverkavelingen van 1924 af tot 1 Jan. 1951 gestegen tot
42850 ha. (1 Jan. 1950: 41816 ha.) Blijkens de inleiding beweegt
de belangstelling zich nog steeds in opgaande lijn. Het gevolg hier
van is, dat aan de reeds grote voorraad ruilverkavelingsaanvragen
aanwezig ultimo 1949 nog een groot aantal in de loop van het ver
slagjaar moest worden toegevoegd. Er is aldus een grote werk-
voorraad ontstaan. Ten gerieve van hen, die zich aangaande be
paalde ruilverkavelingen nader op de hoogte willen stellen, zijn in
een tabel alle verkavelingen alphabetisch gerangschikt met daar
achter de provincie, het stadium waarin de desbetreffende werk
zaamheden verkeren, en een verwijzing naar de bladzijden van het
verslag, waar bijzonderheden van zo'n ruilverkaveling worden
medegedeeld.
Tabel 2 geeft de provinciegewijs ingedeelde blokken met opper
vlakte, aan het slot vindt men weer een recapitulatie, In 1950 is
bijna 13.000 ha in uitvoering genomen, waardoor op het eind van
dit jaar ruim 68000 ha in bewerking was.
Volgens het verslag is de werkvoorraad voor ongeveer 15 jaar
voldoende, als het huidige werktempo kan worden volgehouden.
Het personeel is (van 228 op 31 Dec. 1949) gestegen tot 231.
Interessant is de mededeling op blz. 74, dat ook dit jaar weer
verscheidene buitenlandse landbouwdeskundigen ons land bezoch
ten, waarbij Ir F. van Schagen, Rijkscultuurconsulent in algemene
dienst, als begeleider optrad. Door Ir F. van Schagen en Ir C. de
Graaf werd les gegeven aan de cursus van de Nederlandse Heide
maatschappij, respectievelijk in de vakken Wegenbouw en Water
bouwkunde, en Ontwatering en Watervoorziening. Aan de pro
paganda en voorlichting werd veel aandacht besteed.
In het verslagjaar werden 25 ruilverkavelingen met een totale
oppervlakte van 22664 ha gesubsidieerd. De totale kosten van
deze werken zijn geraamd op 31,5 millioen gulden. Aan subsidie
werd toegezegd maximaal 23,9 millioen gulden. Hiervan kwam ten
laste van het dienstjaar 1949: 6,5 millioen en ten laste van het
dienstjaar 1950: 4,4 millioen. Een aparte tabel geeft de subsidies
187