Ir L. H. BOUWMAN:
Verlies en winsf van Cultuurgrond
De noodzaak van het streven naar winst aan cultuurgrond moet
gezocht worden in het feit, dat men jaarlijks een verlies aan cultuur
grond moet boeken. Tengevolge van de economische ontwikke
ling en de steeds toenemende groei der bevolking is jaarlijks een
zekere oppervlakte grond nodig voor woningbouw, aanleg van
wegen en kanalen, industrieterreinen, vliegvelden en sportterreinen.
De hiervoor gebruikte grond wordt aan de agrarische bestemming
onttrokken, hetgeen in verband met de in ons land heersende
„landhonger" niet zonder betekenis is.
Om enig inzicht te verkrijgen in de omvang van het verlies
aan cultuurgrond, waarover tot voor kort weinig gegevens bekend
waren, werd door het Centraal Bureau voor Statistiek een nader
onderzoek ingesteld. Daartoe werd medio 1950 onder de gemeente
besturen een speciale enquête gehouden, welke betrekking had op
de periode 1 Mei 1945—1 Januari 1950. Bij de invulling van de
daarvoor bestemde vragenlijst werd uitgegaan van de feitelijke
toestand, waarin het terrein verkeerde op de vergelijkingsdata.
Derhalve werd met de oppervlakte van de gronden, die in een
uitbreidingsplan liggen, maar nog niet de nieuwe bestemming
hebben verkregen, geen rekening gehouden.
De uitkomsten van deze enquête wijzen uit, dat gedurende het
tijdvak van 1 Mei 1945—1 Januari 1950 voor burgerlijke doel
einden 11.226 ha cultuurgrond in gebruik werd genomen.
In onderstaande tabel wordt provinciesgewijs de verandering in
het bodemgebruik aangegeven voor genoemde periode, uitgedrukt
in ha.
172
Provincie
Toeneming
bodemgebruik
voor burgerlijke
doeleinden
Onttrokken aan
Cultuurgrond
Bos
Overige gronden
Groningen
520
520
Friesland
479
472
2
5
Drenthe
626
551
13
62
Overijssel
601
552
16
33
Gelderland
1.273
974
183
116
Utrecht
477
404
35
38
Noord-Holland
1.422
1.240
34
148
Zuid-Holland.
2.088
1.657
4
427
Zeeland
390
383
7
Noord-Brabant
2.181
1.664
174
343
Limburg
1.169
978
41
150
Nederland
11.226
9.395
502
1.329