Omtrent eventuele verbeteringen in genoemde tekeningen wordt
rechtstreeks met de daarbij betrokken notaris gecorrespondeerd.
Het complexnummer, bedoeld in art. 1, lid 2, K.B. 11 Augustus
1952, Stb. 444, vastgesteld door een landmeter, is het nummer,
dat onmiddellijk volgt op het laatst ontstane, c.q. dat onmid
dellijk volgt op het laatste perceelnummer, dat bij een metingsstaat
die aan een der bureaux van het landmeetkundige gedeelte van het
kadaster in bewerking is, weldra zal ontstaan.
Het complexnummer wordt daarna niet als perceelnummer
gebruikt.
Het buitenvel wordt aangevuld als volgt: 9° van de toepassing
van art. 4, lid 1, en art. 6 van het K.B. van 11 Augustus 1952,
Stb. 444, betreffende splitsing van een onroerend goed in
appartementen.
Als bijlage wordt genoemd: 1 exemplaar van het aanvraag
formulier kad. no. 15, appartementstekening in 3-voud, nota kad.
no. 135, terwijl rechts wordt ingevuld het aantal appartementen.
De metingsstaat wordt als spoedeisend stuk opgemaakt en heeft
uitsluitend betrekking op de voorgenomen splitsing in apparte
menten.
In zwarte inkt worden (aan de binnenzijde) ingevuld de kolom
men 17, 18, 22 en 25; in kolom 3 wordt geschreven: „Voor
genomen splitsing in appartementen". Achter de appartements
nummers in kolom 22 wordt alleen vermeld: „appt.".
Op de hulpkaart, waarbij het aan het complexnummer onmid
dellijk voorafgaande perceelnummer is ontstaan, wordt onder het
staatje de complexaanduiding geschreven.
Op de achterzijde van de metingsstaat wordt „aan de
Hypotheekbewaarder" veranderd in „aan het Hoofd van het
Bureau"; het opschrift: „Toegezonden aan het Hoofd van het
Bureau tewordt doorgehaald.
De in de splitsing te betrekken percelen moeten in één kadastrale
sectie zijn gelegen. Is dit volgens de kadastrale gegevens niet het
geval, dan wordt in een spoedstaat de sectiegrens, c.q. de
kadastrale gemeentegrens, ambtshalve verlegd. Liggen de te split
sen percelen in verschillende burgerlijke gemeenten, dan wordt
één complexnummer vastgesteld voor elk deel, dat in een andere
gemeente is gelegen.
Omtrent kadastrale veranderingen raadplege men 10 van de
beschikking van 29 Aug. 1952 no. 188, waarbij regelen voor de
kadastrale teboekstelling van appartementen zijn voorgeschreven.
De appartementstekeningen moeten worden bijgehouden.
Ten aanzien van appartementen zijn bij besluit van 5 Sept.
1952, Stb. 462, circ. 3929 nieuwe tarieven vastgesteld voor
kadastrale en hypothecaire verrichtingen.
(Wordt vervolgd)
210