haalden vijfjes bij de repetities en worstelden zich door het exa men. Daarna zijn ze de wiskunde zo snel mogelijk vergeten. Weliswaar heeft de techniek veel verbetering gebracht. Door het grote aantal praktische toepassingen zijn vele mensen de wiskunde anders gaan beschouwen dan alleen maar als een verzameling van formules en stellingen, die kennelijk uitgedacht zijn om scho lieren te tergen. Zij hebben het nut van de wiskunde min of meer ingezien. Maar het aantal mensen, dat de wiskunde verafschuwt, is nog ontstellend groot. De onbemindheid van deze wetenschap is dikwijls waar te nemen. Men kan over aardrijkskunde, geologie, geschiedenis, volkenkunde enz. lezingen houden voor leken, zoals dit b.v. wel geschiedt voor personeelsverenigingen, maar welke spreker zal het wagen iets dergelijks met wiskundige onder werpen te proberen. Hij zou stellig een matig gehoor vinden on danks het feit, dat hij aardige en verrassende dingen zou kunnen vertellen, zonder dat deze het begrip van zijn toehoorders te boven gaan. Er bestaan „wiskundefilms", maar welke bioscoop zal ze als documentaire draaien? Uitgezonderd in het 3e pro gramma van de B.B.C. hoort men zelden of nooit voor de radio over wiskunde spreken. Wanneer pers of radio het onderwerp wiskunde toch aanroert, hangt er altijd een sfeer omheen van iets zeer moeilijks en onbegrijpelijks, dat alleen weggelegd is voor een bijzonder soort mensen. Waarom is deze wetenschap onbemind? Ik geef onmiddellijk toe, dat de wiskunde moeilijk is en van alle wetenschappen zich het lastigst laat bestuderen. Hoe komt dat? Verschillende oorzaken worden genoemd. Men zegt dat onze schoolboeken verkeerd opgesteld zijn. Ze zouden vastgeroest zit ten aan de erfenis van de Elementen van Euclides. Reeds een 40-tal jaren geleden, bond P. Wijdenes de strijd aan met, wat hij noemde, stofnesten in de wiskunde-literatuur. Sommige schrij vers hebben getracht voor hen, die de schooljaren achter de rug hebben, de wiskunde in een beter verteerbare vorm te gieten. Zo ontstonden b.v.: Van punt naar vierde dimensie en: Van 1X1 tot integraal van de schrijver E. Colerus. Ik ben niet in staat over dit alles te oordelen, maar wel moet naar mijn mening wiskunde, wiskunde blijven. De logische exacte opbouw moet zoveel mogelijk behouden blijven. Een wiskunde- boek zal nooit een gezellig verhaal kunnen bevatten, dat men vlug doorleest. Ik geloof dat er nog andere factoren in het spel zijn. Past de wiskunde wel in onze dagelijkse gedachtengang? Laten we het karakter van de wiskunde eens nader omschrijven. De wiskunde gaat langs de kortste weg, onomwonden op haar doel af; tegenspraken vinden we nergens; haar redeneringen vormen een logisch aaneensluitend geheel zonder één woord te veel of te weinig. Laten we eerlijk zijn, wie van ons bezit al de eigen- 217

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1952 | | pagina 17