Met welk vak hebben onze oudere collega's de meeste moeite
gehad toen de werkzaamheden van de technisch ambtenaar steeds
uitgebreider werden? Welk vak zullen de collega's, die zich aan
het examen voor landmeetkundig ambtenaar A onderwerpen, het
meest intensief bestuderen? Maar waarom is dan het aantal in
zendingen op de rubriek Opgaven met Landmeetkundige inslag"
zo gering? Ik herinner me dat op de cursus 1946'47 de lessen
van Ir Harkink in het brandpunt van de belangstelling stonden,
zonder dat ik hiermede de andere lessen te kort wil doen. Waarom
zou deze interesse verdwijnen als men zijn plaats in de dienst in
genomen heeft? Er zijn op elk bureau wel enkele collega's te vin
den die hun belangstelling voor het mathematisch gedeelte van
ons vak op alle mogelijke manieren uitleven, maar hun aantal is
te klein. Daarom nogmaals, besteed een deel van Uw tijd aan
vakstudie, breid Uw kennis vrijwillig en ongevraagd uit. Ook al
ziet U thans nog geen materiële beloning in het vooruitzicht, de
geestelijke beloning is zeker groot. Uw liefde voor het vak (en
het vak landmeetkunde is het waard bemind te worden) moet een
rol spelen. Eén opmerking wil ik nog maken. Het bestuderen van
een wiskundeboek geeft U nooit de verzekering dat U nu volleerd
bent op dat punt. Het terrein van de wiskunde is groot, dit reikt
tot een duizelingwekkende hoogte. Er is geen geleerde, die het in
zijn geheel omvatten kan. Veeleer moet wiskundestudie ons juist
leren bescheiden naar deze wetenschap op te zien. Populair ge
zegd, hoe meer U leert, hoe meer U tot de ontdekking komt dat
U feitelijk nog weinig weet. Door het wijder worden der gezichts
kring ziet U steeds meer punten, die U nog niet bereikte. Dit is
de echte stimulerende werking die er van de wiskundestudie uit
gaat, die elke wiskundige uit ervaring kent en aan wier invloed
hij zich niet gaarne zal willen onttrekken.
Opgaven mei landmeetkundige inslag
Opgave XXXVI.
Uit het laat binnenkomen van de meeste inzendingen menen
we te mogen afleiden, dat men bij het oplossen van deze opgave
nogal wat hinderpalen ontmoette. Die zijn toch niet zo moeilijk te
passeren? Alle kwesties komen in de practijk wel eens voor.
Op het punt 541 zijn twee hoekmetingen uitgevoerd. Deze zijn
echter niet te combineren. Daarvan is het gevolg dat VP 541
berekend moet worden met de gegevens van de eerste hoekmeting
en de lengten 541341 en 541342. Volgens de aanwijzingen
in Lager Landmeetkundig Rekenen blz. 199 voor de aan beide
kanten onvolledig aangesloten veelhoek, berekenen we eerst de
coördinaten van 342541—341 in een voorlopig stelsel met b.v.
220