De graad van nauwkeurigheid die practisch bereikbaar is, ligt iets beneden 0,10 mm. In de gevallen dat het beslist nodig is een afstand van ca. 10 cm zeer nauwkeurig uit te zetten, zal men door gebruikmaking van verschillen (of sommen) tot het gewenste resultaat kunnen komen. Uit een door de heer N. D. Haasbroek, lector aan de T.H. te Delft, ingesteld onderzoek naar de nauwkeurigheid waarmee men met passer en transversaalschaal kan kaarteren, is gebleken, dat de bereikbare nauwkeurigheid zeer hoog is. Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van transversaalschalen in de tegenwoordige uitvoering. Een nadeel van de voorgestelde wijziging is, dat de kans op vergissingen groter wordt. Immers in fig. 2 van genoemd artikel wordt rechts een 11e deelpunt toegevoegd, dat verbonden wordt met het 10e van de linkerzijde der schaal. Bij maten als 19,90 e.a. zal dit m.i. kunnen leiden tot het maken van meter-fouten. Het laten ophouden van een schuine deellijn midden tussen twee parallel lopende groeven (zie bij dfig. 2) zal besluiteloosheid in de keuze waar men de afstand zal uitpassen veroorzaken, waarmee het zo nuttige kaarteerautomatisme slecht gediend is. Voorts wil de heer Leenhouts de zg. 5 m-lijn markeren met punten of streepjes over de gehele breedte van de schaal (fig. 2), wat een aanleiding te meer zal worden tot het maken van meter- fouten (b.v. 16,90 voor 15,90), daar deze lijn bij de laatste snijding rechts tot 6 m-lijn is opgeklommen. Als het idee van de heer Leenhouts naar het voorbeeld van bijgaande figuur werd gewijzigd, zouden m.i. heel wat bezwaren komen te vervallen. De lijntjes e~g, Uk en m~n worden niet gegraveerd. Wel het gedeelte n~l van de laatste transversaal (10e deellijn). Toegevoegd 223

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1952 | | pagina 23