Wegens de absolute zekerheid van belegging en de kans op
geschenken wordt de vaste huur" meestal tegen een zeer lage
rente gekapitaliseerd. (Vroeger 3 nu veel lager.)
Een beklemming kan dus tegen een belangrijk lagere prijs wor
den gekocht dan een vrij en eigen bedrijf, terwijl voor het uit
gespaarde bedrag slechts een zeer lage rente, in de vorm van
vaste huur, behoeft te worden betaald. Beklemhuur is in ver
houding tot hypotheekrente veel goedkoper. Een huur van 50.
zal bij aankoop ongeveer 2000.— moeten opbrengen. Als dit
geld wordt geleend als hypotheek is de rente daarvan ten minste
ƒ100.—.
Er zijn in Nederland al eens stemmen opgegaan om naast de
fixatie van pacht- en koopprijzen, de pacht te maken tot een voort
durend en zelfs vererfbaar gebruiksrecht. In kringen van de Gro
ninger landbouwers is men hiervoor echter niet geporteerd. De
minder gunstige ervaringen, die men de afgelopen jaren in de
Wieringermeer met de glijdende pachtschaal" heeft opgedaan
tonen aan, dat men er ten aanzien van het pachtprijsbeleid in
Nederland nog niet is. Een beschouwing hierover zou ons echter
buiten het bestek van ons artikel voeren.
De ondeelbaarheid van het bedrijf heeft gunstig gewerkt. Door
het beklemrecht is het land in Groningen niet versnipperd. In
veel streken van ons land moet thans ruilverkaveling uitkomst
brengen om rendabele bedrijven te krijgen.
Echter kan het voorkomen van de grote boerenbedrijven in de
provincie Groningen ook min of meer worden herleid tot een
sociaal dwingende eis, die in het algemeen door de Groninger
boeren aan het ,,boer zijn" wordt gesteld.
Er zijn ons dorpen bekend, waar de bedrijven gedurende de
laatste paar honderd jaren steeds groter zijn geworden. Verder
heeft het beklemrecht de vreemde kopers uit Groningerland weg
gehouden, omdat men de constructie juridisch misschien niet al
te best heeft begrepen en daarom in het verleden weinig koop
graag op de Groninger grondmarkt verscheen.
Thans is dit wel anders geworden.
Onder de nadelen van het recht zijn te noemen, dat het de
splitsing van boerderijen kan bemoeilijken. Dit nadeel komt vooral
uit, als men op de grond bijvoorbeeld een fabriek zou willen stich
ten, waarvoor alleen maar een gedeelte van de tot de beklemming
behorende grond nodig is.
Hiervoor is steeds toestemming van de eigenaar vereist, die
haar zeker niet zal verlenen dan tegen een vergoeding, die van
's meiers standpunt beschouwd, niet altijd even redelijk zal zijn
en daardoor juist het totstandkomen van verbeteringen kan ver
hinderen. Het is duidelijk, dat daarmee het algemeen belang niet
gediend is. Voorts kan als bezwaar worden aangevoerd, dat de
54