beperkingen voor tweede of verdere echtgenoten. Aldus o.a. het
Duitse, het Zwitserse, het Italiaanse en het Griekse Wetboek.
In het Anglo-Saksische recht zijn zodanige beperkingen nimmer
bekend geweest.
Voor de handhaving der maxima wordt aangevoerd, dat het
gevaar anders bestaat, dat iemand zijn tweede echtgenoot te veel
ten koste van zijn kinderen uit een vroeger huwelijk zal bevoor
delen; daartegen, dat deze in hun wettelijk erfdeel voldoende be
scherming vinden en dat een tweede echtgenoot in dit opzicht niet
bij een eerste echtgenoot dient te worden achtergesteld. Bovendien
zal de ganse wettelijke regeling voor de meeste huwelijken haar
betekenis verliezen, indien gehandhaafd blijft het stelsel, thans
door de Hoge Raad gehuldigd, dat als het voldoen van een natuur
lijke verbintenis jegens de tweede echtgenoot wordt beschouwd,
dat de hertrouwde echtgenoot een voldoende levensonderhoud na
zijn dood aan die echtgenoot verzekert, ook al gaat dit ten koste
van het wettelijk erfdeel der voorkinderen. (H.R. 30 November
1945, N.J. 1946, nr. 62.)
De gestelde vragen kunnen derhalve worden beantwoord:
I. de hoofdvraag;
a. ontkennend;
b. bevestigend;
1. zonder wijziging der maxima;
2. met verval van het maximum van 1/4;
II. de subsidiaire vraag;
a. ontkennend;
b. bevestigend.
Voorlopig antwoord van de Minister van Justitie:
De wet stelle het maximum van hetgeen de tweede echtgenoot
uit de huwelijksgemeenschap meer ontvangt dan hij in die gemeen
schap heeft ingebracht.
De wet stelle het maximum van hetgeen de tweede echtgenoot
naast voorkinderen bij wijze van schenking, erfopvolging bij ver
sterf of uiterste wil mag ontvangen, op een kindsdeel.
Vraag 36. Erfrecht. Moet het erfrecht bij versterf nog verder
worden beperkt dan tot de erfgenamen in de zesde
graad?
Toelichting. In 1923 is in artikel 908 B.W. bepaald, dat bloed
verwanten, die de overledene verder dan in de zesde graad in de
zijlinie bestaan, niet erven. Vóórdien waren de bloedverwanten
tot de 12e graad erfgerechtigd.
Vele landen hebben in de moderne tijd het erfrecht krachtens
de wet verder beperkt en wel tot de vierde graad (volle neven)
64