of tot de derde parentele (grootouders en de afstammelingen van
deze).
Tot de 4e graad wordt de erfgerechtigdheid beperkt in België
(echter afstammelingen van ooms, tantes, broers en zusters kun
nen ook in verdere graad erven bij representatie), Roemenië en
Mexico.
Tot de derde parentele is het erfrecht bij versterf beperkt in
Zwitserland; alleen wordt daarnaast nog in het geval overgroot
ouders in leven zijn, aan deze, bij gebreke van erfgenamen in de
drie nadere parentelen, een recht van vruchtgebruik tijdens hun
leven gegeven.
Noorwegen gaat bij de orde van erfopvolging niet verder dan
tot de afstammelingen der grootouders. In Zweden worden van
de derde parentele zelfs alleen maar de grootouders, de ooms en
tantes geroepen; volle neven zijn niet meer erfgerechtigd. Rusland
en Polen gaan het verst van allen; sinds 1945 (Rusland) en 1946
(Polen) worden daar alleen krachtens de wet als erfgenaam ge
roepen; de echtgenoot, de afstammelingen van de erflater, diens
vader en moeder en diens broeders en zusters.
Evenals in Nederland is de zesde graad thans de grens in de
meeste Latijnse landen o.a. in Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal,
en de A.B.C. Staten in Zuid-Amerika.
Voor een verdere beperking van het erfrecht voert men aan,
dat in de tegenwoordige tijd kinderen van volle neven elkaar ge
woonlijk maar zeer oppervlakkig kennen en dat zelfs tussen volle
neven de verwantschapsband weinig meer betekent.
Daartegen voert men aan, dat de verwantschapsband nog niet
zo sterk in betekenis is teruggelopen en dat de ervaring thans
reeds leert, dat de meeste erflaters een verre verwant als erf
genaam boven de Staat verkiezen, zodat de beperking van het
erfrecht bij versterf alleen maar de bevoordeling bij testament
bevordert; hierbij wordt het dan soms nog als een onbillijkheid
gevoeld, dat er een belangrijk verschil komt tussen handelings-
bekwame en handelingsonbekwame erflaters (minderjarigen en
onder curatele gestelden); deze laatsten kunnen niet de verdere
bloedverwanten door testament tot hun nalatenschap roepen.
De gestelde vraag kan derhalve worden beantwoord:
a. ontkennend;
b. bevestigend, en wel:
1. tot de vierde graad of de derde parentele, gelijk in België
en Zwitserland;
2. tot de derde parentele, maar van deze parentele alleen
grootouders, ooms en tantes erfgerechtigd verklaren
(Zweden);
3. door als erfgenamen bij versterf alleen de echtgenoot en
65