voor de instandhouding van het gebouw. Men zal dus moeten oppotten, een fonds vormen. Is bij de C.V. de zekerheid aan wezig, zo vraagt de auteur, dat niet een beheer wordt gevoerd als van huiseigenaren die dikwijls door de nood gedwongen de gehele huur opeten ten koste van het onderhoud? De C.V. is niet bevorderlijk voor de spaarzin van de leden. De prikkel zal bij de C.V. worden bekoeld door de overweging, dat, ook na aflossing van eigen schuld, het appartement hypothe cair blijft verbonden tot zekerheid van de schulden der anderen, die met delging geen haast maken. Dan is volgens de nieuwe wettelijke regeling de vereniging (van eigenaren) geen eigenaresse van het gebouw. Vennoot schapsbelasting is niet verschuldigd. Of de C.V. echter in de toe komst een negatieve aangifte voor deze belasting zal kunnen blij ven doen, is een open vraag. Ook de wetgever kan niet alles voorzien. Van de thans getroffen regeling kan echter iedereen profiteren. En wettelijke regeling staat zeker boven elke andere. De balans slaat over naar de nieuwe wettelijke regeling. Hoe staat het nu met de medewerking van de grondeigenaar t.a.v. erfpachtspercelen en wat is het standpunt van de hypotheek houder? Er is geen splitsing in appartementen mogelijk, indien de grond eigenaar de erfpachtscanon niet wil splitsen. De weigerachtige hypotheekhouder behoudt zijn verhaalsrecht op het gehele gebouw. Hypotheekhouders zullen dus niet enthou siast meedoen aan het opheffen van hun gunstige positie. Dit alleen beslist echter niet over het al of niet liquideren van de C.V. Voor de particuliere bouwondernemer geldt de vraag, of hij beter op eigen naam kan gaan bouwen, daarna door de landmeet kundige dienst kan laten splitsen en de appartementen stuk voor stuk verkopen. Zijn risico blijft. Bij de overweging, welke hypotheek hij zijn kopers eventueel zal kunnen aanbieden, moet de ondernemer bedenken, dat hypotheek op appartementen voorlopig misschien niet hoger gaat dan 40 van de investeringsbedragen. Dit is wel een belemmering. Een afzonderlijke vraag is, wanneer de landmeetkundige dienst tot splitsing in appartementen kan overgaan. Prof. Beekhuis in W.P.N.R. (nos. 4230 en 4231) zowel als ir Van Riessen in Eigendom van appartementen" menen, dat het gebouw voltooid moet zijn. Notaris Bruyns is van oordeel, dat dit kan geschieden zo spoedig als de ruimtelijke begrenzing" vast- 71

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1953 | | pagina 31