Uit Noord-Holland bereikte de secretaris van de Centrale Cul
tuurtechnische Commissie het verzoek om ruilverkaveling van 90 ha
onder Harenkarspel en uit Noord-Brabant een verzoek betreffende
90 ha grond onder de gemeente Alem en van 630 ha onder Mierlo.
Van Januari 1952 af tot nu betekent dit een toename vari het
areaal dat ruilverkaveling behoeft met ruim 105.000 ha. In 1952
werd een oppervlakte van 27.000 ha afgedaan.
Opgaven mef landmeetkundige inslag
Opgave XXXVIII.
De oplossing van deze opgave ligt niet zo voor de hand als
die van de vorige. Daarom verheugt het ons dat er toch een
flink aantal inzendingen binnen gekomen is.
Eén der oplossers is te werk gegaan volgens een methode
waaraan wij zelf niet gedacht hebben en die toch loopt volgens
een gedachtengang ontwikkeld in één der oplossingen van opgave
XXXII (zie blz. 52 van de vorige jaargang). Deze methode willen
we hier allereerst bespreken.
M en N zijn respectievelijk de middelpunten van de omgeschreven
cirkels van de driehoeken CQE en DRE. We laten nu uit M
en N de loodlijnen MF en NG op PE neer. GF l/2 QR.
QR kunnen we berekenen als verschil van PQ en PR, terwijl
ook de coördinaten van M en N zijn vast te stellen. Van de
driehoeken CQE en DRE weten we immers een zijde en de
tegenoverliggende hoek, waardoor de stralen van de omgeschreven
cirkels bepaald zijn.
FG
cos x V \r
MN
82