Hieruit kunnen we cp oplossen door een hulponbekende 0 in te voeren: di sin co tg 0 -r—i ci di cos co Onze vergelijking wordt nu: cos 0 /ax j s sin 97 (9). Ci di cos co Hieruit is direct cp 0 te bepalen. De oplossing verloopt verder ongeveer gelijk aan de vorige. Enkele resultaten zijn: 0 34,4741 <p 35,0283 ip 17,2490. Tot slot een iteratiemethode. De eerste voorlopige coördinaten PT voor P berekenen we met behulp van de barycentrische methode. Als hoekmeting op Px ge bruiken we: (PiC) 86,2481 (PXD) 173,5005 (PjE) 342,3227. Deze vinden we door de drie gegeven hoekmetingen te oriënteren op (PA) als nulrichting. In P naar In A naar In B naar A 0,0000 C 86,2481 D 173,5005 B 260,7983 P 200,0000 P 60,7983 E 342,3227 De aldus gevonden richtingen (AC), (BD) en (PE) combineren we alsof ze alle drie gemeten zijn in het punt P, dus alsof het (PC), (PD) en (PE) zijn. Als voorlopige coördinaten voor P vinden we Px 354,315 682,874. Nu gaan we de (benaderde) hoekmeting op Pl corrigeren voor de richtingen naar C en D, respectievelijk met dci L ACPi en <5mz=L BDPi. Deze hoeken berekenen we met de sinusregel in de driehoeken ACPi en BDP^ Als richtingen voor het berekenen van de benadering P2 vinden we zo (P2C) 82,9647 (PoD) 176,9853 (P2E) 342,3227. Het resultaat der tweede benadering luidt: P2 360,176 712,122. Nu berekenen we weer dQ2 ACP2 en <5D2 L BDP2, enz. Het proces wordt net zolang herhaald tot zich geen wijzigingen in de coördinaten meer voordoen. Een gedeelte van de berekeningen kan steeds worden overgenomen, zodat zij niet zo bewerkelijk zijn, als dit op het eerste gezicht lijkt. 85

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1953 | | pagina 45