Goede oplossingen ontvingen we van de heren D. Blaauw, F.
Bruin, G. W. Eversdijk, W. van Keppel, A. Klaverboer, J. Kok,
B. F. Osinga, S. C. Oskam, J. Serier, A. van Wieringen en I. C.
Zwartbol.
Nu we hier een goniometrische vergelijking van de vorm
a sin cp b cos cp c hebben opgelost, is het misschien niet
onaardig de aandacht te vestigen op het volgende geval, dat in
landmeetkundige berekeningen nog wel eens wil voorkomen.
Gevraagd de hoeken cp en ip als hun som en de verhouding
van hun sinussen gegeven zijn.
sin (p
w -)- w co k.
sin ip
We stellen k cotg/i.
sin cp sin tp1 tg pi
sin cp -j- sin \p 1 -f- tg pi
tg (50—
Hieruit volgt tg 'P y tg - - tg (50 fi).
Opgave XXXIX.
Van collega W. van Keppel ontvingen we het volgende vraagstuk:
Twee rechtstanden FA en DE moeten verbonden worden door
twee cirkelbogen AB en CD en een rechtstand BC. A, B, C en
D zijn tangentpunten. F, D en E liggen op één rechte lijn.
Gevraagd: le de straal R,
2e de lengte van de tangenten in A, B en C, D,
3e de oppervlakte van de figuur FABCD (AB en
CD zijn hierin cirkelbogen),
als gegeven is:
a= 116,88 m, b= 112,00 m, c 390,21 m,
r= 117,20 m en a 45,5556 gr.
Oplossingen kunnen vóór 25 April ingezonden worden aan
Mej. C. A. C. Best, Conradkade 60, Den Haag.
86
r\