Door de Poldercommissie is er op aangedrongen de erfpachts-
canons in de Noordoostpolder te verlagen en vast te stellen op
zodanige bedragen, dat de economische opbouw van het in cul
tuur gebrachte gebied niet in gevaar wordt gebracht.
Prof. Dr Sj. Groenman trad op het vorig jaar te Amsterdam
gehouden congres over de sociale aspecten van de inpoldering
van de Zuiderzee op als prae-adviseur over het onderwerp: De pro
vinciale en gemeentelijke indeling der Zuiderzeepolders.
De overzichten over de voortgang van de arbeid aan de Zuider
zeewerken groeien uit tot een belangrijk stuk geschiedenis van het
Nederlandse volk. Zij zijn waard om bij voortduring door zeer
velen te worden gelezen, vooral nu.
W.K.
Hel nieuwe Reisbesluit 1953
(van het Bestuur*)
Op de bestuursvergadering van deze maand werden ook het
nieuwe Reisbesluit 1953 en de vele brieven, die het bestuur hier
over van de leden ontving, in bijzonderheden besproken.
Uit de dagbladpers en uit de verschillende vakorganen hadden
wij reeds kennis genomen van de algemene ontstemming die er,
in verband met de publicatie van het Reisbesluit, in ambtelijke
kringen heerst. Deze geest sprak eveneens uit de ontvangen brie
ven. Men kan niet begrijpen, welke de aanleiding was, die de
Regering er toe bracht een besluit samen te stellen, waardoor in
het bijzonder de lagere en middelbare ambtenaren in de toekomst
onder veel slechtere omstandigheden dan voorheen hun dienst
reizen zullen moeten volbrengen.
Ook het bestuur heeft dit begrip niet kunnen opbrengen.
De vergoedingen voor de dagreizen, zoals die golden tot
1 Januari 1953, zijn in 1946 voor het laatst gewijzigd. Hiermede
is onweerlegbaar aangetoond, dat zij niet zijn aangepast aan de
huidige tijdsomstandigheden. Zij waren dus te laag* De landmeet
kundige werkzaamheden te velde vragen in vele gevallen een vrij
grote lichamelijke inspanning en het komt niet zelden voor, dat
men vóór en na een vermoeiende velddag een vrij lange treinreis
moet maken. De woningnood is bovendien mede oorzaak, dat ver
scheidene ambtenaren heen en weer reizen tussen woonplaats en
standplaats, waardoor zij op één dag tweemaal een grote afstand
moeten afleggen.
Tot Januari 1953 had men de voldoening, dat er vrij zeker een
zitplaats 2e klasse beschikbaar was. Nu moeten zij in de meeste
gevallen reizende immers in de spitsuren met een staanplaats
genoegen nemen.
92