wetten, en doordat ook aan het negatieve stelsel, het beginsel van
publiciteit en specialiteit de nodige aandacht is besteed, zullen
velen in en buiten het dienstvak naar deze monografie grijpen.
Als men de gegevens in Kadaster" van Ir Van Riessen ver
gelijkt met die in oudere vakboeken, dan blijkt wel heel duidelijk,
hoe sterk de bestemming van het Kadaster verandert.
De dienst was ,,het enige orgaan dat over geoefend personeel
en een vrij behoorlijke outillage beschikte". Thans verrichten
in goede samenwerking met de kadastraal-landmeetkundige dienst
verschillende diensten meetwerk, waarbij het Kadaster steeds
verantwoordelijk blijft voor de rechtsgrenzen.
Van de technische en administratieve inrichting is juist zoveel
opgenomen, dat kennisneming eerder boeit dan verveelt. De
scheepsboekhouding is bewust niet in de tekst verwerkt.
Wij zouden deze kadastrale inlichtingenbron in vestzakformaat
willen zien in handen van alle bouwers en makelaars, op de
bureaux van hypotheekbanken en architecten, terwijl n.o.m. ook
het personeel van notariskantoren en van hypotheken en kadaster
de goedkope, maar zeer goede en vlotgeschreven uitgave van de
Nederlandse Uitgeversmaatschappij met genoegen zal lezen.
Voor de cursisten van het Centraal Teken- en Opleidingsbureau
van het Kadaster is het werkje zeker goed te gebruiken als leer
stof, naast het door het Ministerie van Financiën verzorgde vak
boek Inrichting van het Kadaster en voorschriften van de Land
meetkundige dienst".
W. K.
Verslag van de Centrale Cultuurtechnische Commissie
en van de Cultuurtechnische dienst over 195L
(Gestencilde uitgave met spiraalsluiting van het
Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoor
ziening.)
De uitvoering van cultuurtechnische werken is en zeker in
dichtbevolkte landen van veel belang. Er was reden, om aan
te nemen, dat in ons land over 1952 meer gelden voor dat doel
beschikbaar zouden zijn, vooral ter bevordering van werkgelegen
heid.
Het verslag van de C.C.C. en C.D. over 1951 toont echter aan,
dat ook gedurende dat jaar een enorme activiteit is ontwikkeld.
Het uitstekend gestencilde stuk van 195 bladzijden met foto's
en kaarten getuigt op bijna elke bladzijde van die onverdroten
werkzaamheid.
De egalisaties stonden daarbij in het middelpunt van de belang
stelling.
163