moet leiden), of bij een geaggregeerd koloniaal meetkundige-land- meter, die dit beroep voor eigen rekening of voor rekening van een werkgever uitoefent. In het eindverslag betreffende de candidaat worden de door deze uitgevoerde werken vermeld. Dit tweede examen (de candidaten zijn dus nu minstens 20 jaar) loopt over de volgende vakken: 1. geschiedenis van het beroep van meetkundige (landmeter) in België: 2. rekenkunde; 3. algebra tot vergelijking van de tweede graad m.i v. de toe passing der theorie van de reeksen, en de logarithmen; 4. vlakke meetkunde; 5. vlakke driehoeksmeting en boldriehoeksmeting beperkt tot de drie hoofdformules en het sferisch exces; 6. analytische meetkunde; 7. beginselen der beschrijvende meetkunde en der mechanica; 8. natuurkundige begrippen; 9. doel en inrichting van een topografische opmeting, het topo grafisch tekenen, landmeetkundige instrumenten, meetmetho den, practijkvraagstukken, waterpassen; 10. begrippen van geologie; 11. bouwstoffen; 12. meten van bouwwerken; 13. bodemkunde en landhuishoudkunde, schatting en expertise van eigendommen; 14. kadaster en grondbelasting; 15. beginselen van het recht inzake onroerend goed. Het inschrijvingsrecht bedraagt 300 Bfr. Indien men dit tweede examen in twee delen aflegt (le deel vakken 19, 2e deel vakken 1015) moet voor elk deel 225 Bfr. worden gestort. Het totaal aantal examenuren bedraagt 19}^, het aantal punten 355. Deze tweede proef is verdeeld over drie dagen. Het derde en laatste examen loopt over de onderdelen topo grafie, landmeten en waterpassen (31ls uur, 55 punten), practi- sche begrippen over de foutentheorie en de vakken 12, 13, 14 en 15 van het tweede examen. Dit laatste is een examen van techni sche aard. De tijdsduur is als volgt verdeeld: topografie, landmeten en waterpassen schriftelijk mondeling duur punten duur punten 3 uur 30 1/3 uur 25 192

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1953 | | pagina 16