vakken van het examen voor meetkundige-schatter, omschreven id meergenoemd K.B. 18 Mei 1936. De gehele duur bedraagt 12j/4 uur de verrichtingen te velde; het totaal-aantal punten 160. Het mag als bekend worden verondersteld, dat bij het Belgische kadaster slechts 280 meetkundigen-schatter en 160 operateurs wer ken, terwijl daarnaast zeker viermaal zoveel particuliere land meters hun beroep uitoefenen. Uit het feit, dat men allerlei diplomahouders in de gelegenheid stelt bovenstaand examen af te leggen, blijkt wel hoe moeilijk men het nodige aantal functionarissen kan vinden. (Er slagen per jaar gemiddeld 15 candidaten.) Voor het overige personeel bestaat geen opleiding, die door een examen wordt afgesloten. W. KOOPMANS: Ons nieuwe Burgerlijk Wetboek M.b.t. de verjaring is in de Tweede Kamer de opmerking ge maakt (Voorl. Verslag derde reeks vraagpunten, no. 20), dat ook op dit punt de bestaande wettelijke bepalingen moeten worden herzien en worden aangepast aan nieuwe verhoudingen, waarbij dan in het bijzonder aandacht ware te schenken aan een verkor ting van de thans in de artt. 2000 en volgende, BW, gestelde termijnen en aan de wijze, waarop verjaring kan worden gestuit en geschorst, zodat dq rechtszekerheid wordt bevorderd en er een meer doorzichtig systeem ontstaat dan thans geldt. Blijkens de M.v.A. zal de Minister in overweging nemen voor te stellen om de termijnen van de verkrijgende- en van de tenietgaande ver jaring te verkorten (20 jaar i.p.v. 30 jaar), terwijl voor de ver krijgende verjaring van onroerend goed voor de bezitter te goeder trouw steeds met een tijdsverloop van tien jaar zou kunnen wor den volstaan. Ook de regels omtrent stuiting en schorsing der verjaring zullen nader worden bezien. Vraag 233e reeksNaar het oordeel van de Minister verdient het de voorkeur, dat de wet niet alleen aangeeft, hoe het recht moet worden gevonden bij het zwijgen der wetdoch tevens de volgorde van de buitenwettelijke rechtsbronnen aanwijst. (Natuur lijk kan een wetboek nimmer de rechtsstof volledig regelen.) De aan de wet ten grondslag liggende rechtsbeginselen zouden onmid dellijk op de wet dienen te volgen. De Minister handhaaft onge wijzigd zijn voorlopig antwoord, luidende; de wet dient aan te geven, hoe het recht moet worden gevonden 194

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1953 | | pagina 18