Opgaven me( landmeetkundige inslag
Opgave XXXXI.
Over deze opgave is niet veel te vertellen, de oplossing ligt voor
de hand. Allereerst berekenen we de coördinaten van A en B en
vervolgens die van M en N, respectievelijk de middelpunten van
de cirkelbogen AC en BD. De lengte MN is nu uit de coördinaten
af te leiden, maar ook direct uit de gegevens. Noemen we nog O
het middelpunt van boog CD, dan zijn van A MNO de drie zijden
bekend. Met behulp van b.v. de cosinusregel bepalen we de hoe
ken. De argumenten MC en ND zijn hierna af te leiden, waarna
de berekening van de coördinaten van C en D de volgende stap
is met tot slot het vaststellen van de lengten der drie cirkelbogen.
De uitkomsten, afgerond in cm, zijn:
bé AC 96,35 m, bg CD 131,45 m, bg DB 98,56 m.
Goede oplossingen ontvingen we van de heren D. Blaauw,
S. de Boer, B. M. de Bruin, G. W. Eversdijk, P. C. Godfroid,
J. H. Holsbrink, A. v. d. Hoven, W. van Keppel, A. Klaverboer,
J. Kok, P. Mantel, B. F. Osinga, J. Pilon, C. J. Roothart, J. Serier,
A. A. Toornstra en I. C. Zwartbol.
Hiervoor hebben we gekozen één der opgaven van het deze
zomer gehouden examen voor landmeter van het kadaster.
A 1326,76
B 1298,26
C 4- 1240,91
D 1214,70
1968,79
4- 1838,65
4- 1977,88
4- 1858,54
Opgave XXXXII
<§>-
DPU\b
Gegeven coördinaten.
x
Genieten en gecorri-
y geerde lengten
22720,86
Vlaggestok 696 71388,53
DP 415
73119,74
73289,78
73820,32
77447,67
22244,95 697—698 358,491
23942,01 698—699 308,978
23769,18 699—700 252,380
17918,76 700—701 =272,670
H 8
H 10
R 6
701—702 245,861
702—415 305,789
202
69