p. S. TEELING: Gevolgen voor de landmeetkundige diensten van inpoldering, inundatie en wederopbouw (Rond een Wieringermeer-jubileum.) Het dagelijks leven bij de kadastraal-landmeetkundige arbeid is nauwer betrokken bij inpoldering, inundatie en wederopbouw, dan wij zo op het eerste gezicht zouden menen. De inpoldering van de Wieringermeer (20.000 hectaren) en van de Noordoostpolder (55.000 hectaren) bracht landmeetkundig werk van ongekende om vang; de inundatie door oorlogsgeweld van het eiland Walcheren maakte een totale herverkaveling van een door zeewater verwoest gebied noodzakelijk; de Beatrixvloed van 1953 zal op de Zuidhol landse en Zeeuwse eilanden ook voor de kadastraal-technische diensten vérstrekkende gevolgen hebben. Wederopbouw van ver nielde stadskernen als die van Rotterdam en Rhenen, van plat gebombardeerde stadswijken als die in 's-Gravenhage, van afge broken dorpsdelen als te Egmond en Bergen aan Zee, wegge vaagde dorpen als Petten, al deze en tientallen niet-genoemde onderdelen van de wederopbouwplanning vroegen de aandacht van de bijhoudingsdienst, en van deze dienst niet alleen. Meer malen moest herstel van de oorlogsvernieling gepaard gaan met een stedebouwkundig ingrijpen, waardoor de behoefte aan de totstand koming van een goede basiskaart voor een uitbreidingsplan tot een noodzakelijkheid werd, met als gevolg een hermeting. DitJ gehele complex van inpoldering, inundatie, wederopbouw en ruimtelijke planning vindt men als het ware gecomprimeerd in de Wieringermeerpolder. Landmeter en inpoldering. Tot, in onheugelijke tijden was de landmeter hier, in de lage lan den bij de zee, betrokken bij de inpoldering van meren en plassen, van slibplaten en wadden. Collega Schlaepfer uit Zwolle, die met collega De Kreek enige jaren geleden ten behoeve van de werkzaamheden voor de droogmaking van de Zuidoostpolder de coördinaten bepaalde van een ducdalf ter plaatse waar Flevostad zal komen te liggen 1)f heeft in de honderden jaren landmeet- geschiedenis ongetelde aantallen voorgangers gehad. Toen in de tijd van Karei V in Het Bildt ten Westen van Leeuwarden het verlangen naar boven kwam tot bedijking van het aangeslibde buitenland, kreeg de landmeter Jacob Heeres opdracht dit slib op te meten, want ook in vroeger tijden waren de Hollanders niet be reid om planloos hun goeie geld zomaar in het water te gooien 2). Jacob Heeres heeft toen in 1545 „geroeyt den Bildyck, elcke streek 178

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1953 | | pagina 2