dorpen om na te gaan op welke plaats de ringdijk van de Beem-
ster zou kunnen worden gelegd.
Of landmeter Cort uit Alkmaar niet heeft voldaan, weet ik niet,
maar in elk geval ruimde hij in 1609 het veld voor de landmeter
Mr Lukas Jansz. Sinck uit Amsterdam, die gedurende de rest
van de inpoldering tegen drie gulden per dag de meetwerkzaam-
heden heeft verricht.
Nieuwe heren, nieuwe wetten: in Januari 1611 was de Beemster
weer dichtgevroren en van deze gelegenheid werd gebruik ge
maakt, om het meer opnieuw te meten en te peilen teneinde uit de
verzamelde gegevens het verplaatsen en bijbouwen van molens
te regelen. Meester Sinck maakte tevens aan de hand van de
nieuwe meting een gewijzigd verkavelingsplan met vier wegen
en vijf waterlopen in de lengte en de breedte.
In de zomer van 1612 was de Beemsterinpoldering al zover ge
vorderd, dat de kaveltoewijzing kon plaats vinden. Ook bij deze
kaveltoewijzing door middel van loting had de landmeter* een taak
van vertrouwen. Ten overstaan van enige schepenen vond in het
bijzijn van een groot aantal belanghebbenden die loting plaats: in
één korf bevonden zich de gesloten en geringde rollen, elk met
de naam van een a.s. eigenaar: in een tweede korf waren de toe
gerolde kavelbiljetten geborgen, en nadat telkens door een sche
pen de biljetten in de korven waren dooreengeschud, moest een
stel ,,door Mr Lucas Jansz. Sink, gezworen landmeter met bloote
armen zijn getrokken en in schepenen handen gegeven, die dezelve
geopend hebben." De bemoeienissen van de landmeter met de in
poldering eindigden eerst, nadat aan de kopers van de erven in
de toekomstige wooncentra door het slaan van palen en het maken
van greppels de rooilijn was aangegeven voor de te bouwen
huizen.
Elders evenzo.
Dat was dus de landmetersbemoeienis met de inpoldering van de
Beemster. Maar ook elders en in later tijd waren de landmeters
betrokken bij de inpoldering. Toen er sprake was van droog
making van de Starnmeer in Noordholland (het dorp De Rijp had
hiervoor in 1632 octrooi verkregen), hielp de molenmaker Leegh-
water al spoedig ,,met Jan Landmeter van Purmerend die Starn
meermeten", om er een basiskaart voor verdere uitwerking
van plannen van te kunnen maken4). Landmeter Klaas Vis uit
Leiden mat in de 18e eeuw verscheidene droog te maken plassen
in Zuidholland, en maakte meermalen tevens een concept-verka
veling en een plan van wegen en waterlopen 5). De metingen door
16e19e eeuwse landmeters in Zeeland ten behoeve van de be
dijkingen van platen, gorzen en schorren zijn legio. Alleen al uit
het kaartarchief van het Rijksarchiefdepot te Middelburg tekende
ik ongeveer 300 kaarten op van metingen vóór en na bedijking
181