uitbreiding der Nederlandse steden rond de eeuwwisseling leidde een halve eeuw geleden nog niet tot gelijktijdige grootscheepse hermeting en herkaartering op groter kaartschaal van de betrok ken stadsgebieden. Het maatschappelijk verkeer eiste nog geen kaart 1 1000 en men bleef zich behelpen met plans op 1 2500. In het begin van mijn ambtelijke loopbaan was een kadastrale her meting nog een grote bijzonderheid, de landkaart van de ruil verkaveling De Ballumer Mieden hing als reclame en hyper moderne noviteit aan de wand van het Kadasterkantoor en de omvangrijke inpoldering van delen der Zuiderzee was nog niet aangevangen, al begonnen zich toen al de gevolgen af te tekenen, die deze inpoldering voor het kadastraal-landmeetkundig werk zou hebben. De kentering valt voor de landmeetkunde in ons land rond de dertiger jaren: de Amerikaans aandoende groei van Eindhoven bracht er de eerste groots aangepakte hermeting voor de toekom stige stadsuitbreiding; de uitvoering van het rijkssnelwegenplan bevorderde de uitbouw van het landmeetbureau-Schermerhorn (later geworden tot landmeetkundige dienst van de Rijkswater staat), Maaskanalisatie en aanleg van nieuwe scheepvaartkanalen brachten omvangrijk landmeetkundig werk voor de Kadaster kantoren, de gevolgen, voor onze Dienst, van de inpoldering van de Wieringermeer traden in 1931 eerst recht helder aan de dag. Wieringermeer* Het prille begin der inpoldering van de Wieringermeer beleefde dit voorjaar 1953 zijn zevende lustrum. 13Bij de wet van 14 Juni 1918 werd de uitvoering bevolen van de werken der afsluiting en gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee, maar het duurde tot 1922 vóór de eerste voorbereidende terreinwerken (dijkverzwa ring en de aanleg van de verbindingsdam tussen Wieringen en het vasteland van Noordholland) een aanvang namen. In 1928 dus nu een kwart eeuw geleden werd een begin gemaakt met de werken aan de inpoldering van de eigenlijke Wieringermeer. Op het ,,oude land" tekenden zich al enkele gevolgen voor de kadastrale dienst af; zo kochten o.a. ondernemende en vooruit ziende Wieringers reeds nabij het begin van de geprojecteerde Afsluitdijk stukken grond om er huizen op te bouwen, terwijl de landmeter der Domeinen, de heer Smeulders, de meetwerkzaam- heden aanving voor de delimitatie en afstening van de tientallen kilometers gemeentegrenzen met ,,het oude land". In Mei 1931 werd op last van de Minister van Financiën een aanvang gemaakt met de kadastrale opmeting van de polder. Want nadat in 1928 en 1929 met grote voortvarendheid aan de zeedijk tussen Den Oever en Medemblik was gewerkt, had op 29 Juli 1929 de sluiting van het laatste dijkgat plaats gevonden en was de afbouw van het dijklichaam reeds begin Februari 1930 184

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1953 | | pagina 8