Hel kadaster in de Rijksbegroting 1954 (I)
De sterkte van het Rijkspersoneel geeft in de begroting van
1954 een niet onbelangrijke stijging te zien ten opzichte van die
van 1953. Deze stijging wordt in hoofdzaak door het Departement
van Oorlog veroorzaakt (blz. 23 van de Nota betreffende de toe
stand van 's Rijks Financiën).
Blijkens de rijksbegroting 1954, Hoofdstuk VUB, zijn de uit
gaven voor de hier volgende onderdelen vastgesteld op:
Onderafd* III Kadaster en Hypotheken:
149/150 Personeelsuitgaven (algemeen beheer) 33.870
Personeelsuitgaven (t.l.v. het Kadaster)4.717.720
151/153 Fotografische reproductie-inrichting 241.720
155/156 Algemene en specifieke uitgaven 933.100
157 Aanschaffingen voor inrichting, uitbreiding
vernieuwing269.000
In de memorie van toelichting op dit Hoofdstuk wordt mede
gedeeld dat het aantal plaatsen voor landmeters, dat het vorige
jaar tot 200 werd teruggebracht, niet verder kon worden verlaagd.
Gestreefd is om de in de M.v.A. van de begroting 1951 onder
punt 64 geprojecteerde toekomstformatie, waarbij op 165 land
meters werd gerekend, indien aan de dienst geen hogere eisen
worden gesteld, te bereiken. Dit aantal zou in verband met het
feit dat thans 187 landmeters in dienst zijn en er in de komende
6 jaren 27 de dienst met pensioen zullen verlaten ook inderdaad
zijn bereikt. De eisen welke thans aan de dienst worden gesteld
verhinderen echter op de ingeslagen weg voort te gaan. De ver
snelde uitvoering van ruilverkavelingen, het toenemende aantal
metingen ten behoeve van de woningbouw en de uitvoering van
openbare werken doen een zodanige toeneming van werkzaam-
228
Burgerl. Rijksp. excl.
Oorlog en Marine
Werkelijke
sterkte
30 Juni '53
Begroting
1954
Vaste en tijd
O.a
52941
22878
60586
19701
75819
80287
Van deze aantallen zijn ondergebracht bij:
Dep. v. Financiën 22264 22152
Binn. Zaken 737 873
Verk.enWaterst. 7295 7981
L.. V. en V. 6074 6740