hadden we een correctie op de lengte moeten aanbrengen. Voor
een polygoon van meer dan 2400 m en een uitbuiging van meer
dan 100 m heeft Prof. Baarda een andere rekenwijze aanbevolen
(zie Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, 64e jrg., 1948,
blz. 223 en 224). Binnenkort hopen we hierop nog wel eens terug
te komen.
Goede oplossingen ontvingen we van de heren D. Blaauw, S. de
Boer, A. Bosman, B. M. de Bruin, G. W. Eversdijk, J. C. de Haas,
J. H. Holsbrink, A. v. d. Hoven, A. Klaverboer, W. v. Keppel,
J. Kok, G. C. Maas, P. Mantel, B. F. Osinga, J. Pilon, A. van
Prooyen, G. Schuurman, Serier, A, J. Steenhuis, A. A. Toornstra,
H. A. M. Tijsmans, B. de Vos en A. v. Wieringen.
Opgave XXXXIIL
We kiezen deze keer weer een opgave van het landmeters-
examen 1953.
VP 50
In bovenstaande figuur stelt de lijn Pj P2 Tx T2 P3 P4 de as
voor van een toekomstige weg. Het lijnstuk Tx T2 is een cirkel
boog.
Aan de noordzijde van deze weg zal een watertoren worden
gebouwd, waarvan het centrum C is gelegen op een afstand van
22 m uit de as en 100 m vanaf P3.
Om het punt C op het terrein te kunnen uitzetten wordt ge
vraagd te berekenen de lengte van de loodlijn VC en de ligging
van V op de meetlijn VP 50VP 51.
Ook wordt gevraagd een maat te berekenen t.o.v, genoemde
meetlijn, waarmee de richting van C naar het middelpunt van de
boog Tx T2 kan worden uitgezet.
Gegevens.
Coördinaten
Pi
P2
P3
P4
VP 50
VP 51
80870,07
80944,09
81139,97
81240,20
81141,34
80893,25
4- 59,94
105,84
86,82
19,91
142,87
136,00
De lengte van de koorde Tj T2 is 163 m.
240