wandelstok, die bij elke stoot een telwerk in beweging zet, later
onze kilometerteller). De bewaard gebleven geschriften over
Romeinse Landmeters werden in 19481582 uitgegeven door
F. Blume, K. Lachmann en A. Rudorff (Die Schriften der römische
Feldmesser). De latere uitgave van G. Thulin Corpus agrimen-
sorum romanorum" werd helaas niet voltooid. Het eerste deel
verscheen in 1913 te Leipzig. Bijna alle originelen zijn verloren
gegaan. Ons bleven alleen afschriften van afschriften.
Door deze geschriften en uit inscripties op grafstenen is het
mogelijk geworden een betrouwbare kopie van de groma te maken
en in 1912 vond men in Pompeï een goed geprepareerd exemplaar.
Een foto van dit in onbruik geraakte instrument en een recon
structie ervan werden door Dr Delia Corte, leider van de op
gravingen te Pompeï, gegeven in een lezing over de groma en
de practische landmeetkundige arbeid in vroegere tijden (fig. 2).
Het instrument bevindt zich in het Wetenschappelijk Museum te
Kensington.
Het bestond voornamelijk uit een rechthoekig kruis, dat excen
trisch draaibaar was op een staaf met dwarsstang. Van de vier
uiteinden van het kruis hingen draden met lood verzwaard naar
beneden. Het doel, dat men met dit instrument wilde bereiken,
was: op de grond twee rechthoekig op elkaar staande lijnen uit te
zetten, welke lijnen cardo (Noord-Zuid) en decumanus (Oost-
West) werden genoemd. Omdat de gekruiste armen draaibaar
224
Hg. 2. De groma, reeds vóór onze jaartelling in gebruik bij de Romeinen, voor
namelijk om rechte hoeken uit te zetten, maar tevens om lange rechte lijnen uit
te bakenen. De hoogte boven het vlak van de zuil is 80 cm.