Peilmerken gaan verloren* Uit het voorgaande blijkt wel, dat, voor wat de oorspronkelijke peilmerken te Amsterdam betreft, er tegen het einde van de 19e eeuw nog maar vijf van de acht marmeren platen waren overge bleven. In 1941 waren dat er volgens Ir H. J. van Steenis (Leer boek der landmeetkunde) nog slecht drie, n.l. die in de Nieuwe- brugsluis, de Kraansluis en de Westindische sluis. En mogen we de speciale verslaggever van „Het Parool" (17 Dec. 1953) ge loven, dan is van de acht in 1684 aangebrachte merkstenen er thans maar één over, n.l. die in de Nieuwebrugsluis onder de brug tegenover het Victoriahotel. En dat enige oorspronkelijke peilteken voor ons van het Kadaster ietwat te vergelijken met de Onze Lieve Vrouwetoren te Amersfoort, het nulpunt van onze driehoeksmeting raakte in gevaar. Want over enige maanden zal de Nieuwebrug worden verbreed, en dan zal er het moderne drukke en zware wegverkeer over kunnen rijden, waardoor verzakking van de oude sluismuur waarin de marmeren peilplaat is gemetseld niet denkbeeldig is. Tijdig heeft de Algemene Dienst van de Rijkswaterstaat daarom z'n maatregelen genomen en als U dit artikel onder ogen komt, zal onze hoofdstad de geboorteplaats van het N.A.P. z'n nieuw vast uitgangspunt voor de waterpasssing reeds hebben ge kregen. Een bronzen halve bol op een achttien meter lange, tot in de vaste ondergrond gedreven betonpaal zal dan voor de ko mende honderden jaren de functie overnemen, welke sedert eeuwen is vervuld door groeven in marmeren peilmerken welke teloor gingen, de een na de ander. H. T. KAMPHUIS: Jurisprudentie (Ruilverkavelingswet artt. 19 en 86) De onderstaande beslissing van de Hoge Raad (Ned. Jurisprudentie, no. 739, 17 Sept. 1953) zal ongetwijfeld de interesse hebben van de ambtenaren, werkzaam bij de Ruilverkavelingsdienst: Art. 19 van de Ruilverkavelingswet, bepalende dat bij elke ruilverkaveling o.m. het recht van pacht wordt geregeld enz., heeft slechts het oog op een tussen partijen reeds bestaande pacht en laat geen ruimte om tussen personen, die tot dusver niet in de verhouding van verpachter en pachter stonden, pacht te vestigen. Niettemin moet de onderhavige akte, hoewel op dit punt in strijd met art. 19, rechtsgeldig worden geacht, nu zij is opgemaakt overeenkomstig het, met inachtneming van de artt. 74—80 vast gestelde, plan, belanghebbenden gelegenheid hebben gehad hun 35

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1954 | | pagina 37