In deze nota deed Boer duidelijk uitkomen, dat hij zich niet kon verenigen met de grondslag, waarop het verslag der Staats commissie inzake het stelsel van boekhouding op de grond was opgetrokken. Hij bleef ook hier de beginselen getrouw, die hij sinds jaar en dag met zoveel vuur had gepropageerd„Aan algehele vernieuwing dient een vernieuwing der grondslagen vooraf te gaan". Boer ging er in zijn nota van uit, dat de betekenis en de werking van stelsels van boekhouding op de grond moeten worden beoordeeld naar de economische en juridische waarde dier stelsels. In economische zin wordt volgens Boer het oordeel bepaald door de invloed van het stelsel op de bloei van de landbouw nijverheid. Daarom trekt vooral de aandacht de invloed van het boekhoudingsstelsel opde verhandelbaarheid van onroerend goed, de kosten bij vervreemding en bezwaring daarvan, de mate van aantastbaarheid van eigendoms- en hypotheekbewijzen en bovenal op de ontwikkeling van het grondcrediet. Ontwikkeling van het grondcrediet is een eis van algemeen belang. Boer stelde, dat men bij de keuze van het voor de toekomst hier te volgen stelsel, los van juridische vragen, zich kan doen leiden door overwegingen van economische aard. De juridische uitwerking kan en moet zich aanpassen aan de grondslagen, die op grond van die economische overwegingen zijn gelegd. Boer concludeert uit de juridische grondbeginselen (i.e. de ontworpen bepalingen in art. 671 h en i B.W., zie blz. 61) dat het door de Staatscommissie ontworpen stelsel in wezen positief is. Anders wordt het, wanneer men het stelsel van economisch standpunt beschouwt. Bij de invoering van grondboekwetgevingen was het niet te doen, zo vervolgde Boer zijn betoog, om het volk de zegeningen der beginselen van een positief stelsel in juridische zin deelachtig te doen worden, maar om een regeling van de boekhouding op de grond, die in haar economische gevolgen aan de eisen van de moderne voortbrengingswijze en het moderne verkeer zou voldoen. Men ging daarom in het algemeen in de richting der positieve kracht van het grondboek niet verder dan nodig scheen om daaraan openbare geloofwaardigheid ten behoeve van derden te kunnen geven. Bij die derden begint het algemeen belang. Uit economisch oogpunt wordt de waarde van een stelsel van boekhouding op de grond bepaald door de aard, de omvang en de kosten van het onderzoek, dat aan overdracht of bezwaring van onroerend goed moet vooraf gaan. Onderzoek onder een negatief stelsel* Aangezien in een negatief stelsel het recht van de verkrijger afhankelijk is van het recht van zijn voorgangers en van hun 63

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1954 | | pagina 15