Nog eens: de bakermat van ons N.A.P. (Enige opmerkingen betreffende het vaste punt op de Dam te Amsterdam.) Op het artikel van ons redactielid P. S. Teeling, opgenomen in dit Orgaan, nummer van Januari 1954, ontvingen wij enige reacties, die wij gaarne opnemen. Hier volgt de kern van hetgeen Ir P. J. Bakker, ingenieur bij de onderafdeling Landmeten van de Dienst der Publieke Werken van de gemeente Amsterdam ons mededeelt. De werkzaamheden betreffende het plaatsen van een onder gronds merk te Amsterdam zijn verricht in opdracht van de on derafdeling Landmeten. In de kosten werd bijgedragen door de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. De lengte van de geplaatste betonpaal is 22 m. Deze werd zover in de grond gedreven, dat men een voldoende vrijwaring heeft tegen toekomstige verzakkingen. Om dit te kunnen beoor delen is aan het indrijven van de paal een grondmechanisch on derzoek voorafgegaan, welk onderzoek werd verricht door de on derafdeling Grondmechanica van de Dienst der Publieke Werken. De bovenkant van de paal ligt 0,90 m onder het straat oppervlak. De holle paal, een z.g. pulspaal, werd, nadat hij op de ver eiste diepte was ingedreven, volgestampt met beton. Een ongeveer 50 cm lange koperen pen met aan de bovenkant een verdikking in de vorm van een halve bol werd in de betonspecie geplaatst, zodanig dat de bovenkant van de halve bol enkele centimeters boven de paalkop bleef uitsteken. Deze halve bol wordt beschermd door een schroefdeksel. Daarover is als verzekering nog een be tonnen kap geplaatst. De bovenkant van de halve bol is het hoog tepunt. De hoogte ten opzichte van het N.A.P. hiervan is door waterpassing van uit de peilmerksteen in de Nieuwe Brugsluis be paald. Deze hoogte is niet 2,67689 m boven N.A.P. geworden, maar 1,43 m boven N.A.P. Er is aan de halve bol niet geslepen. De hierna volgende mededelingen zijn ons verstrekt door Ir A. Waalewijn van de Meetkundige Dienst Rijkswaterstaat te Delft. De hoogte van de verdikking in de vorm van een halve bol is volkomen willekeurig. De genoemde hoogte heeft weinig of geen betekenis meer. De geschiedenis is aldus: In 1875 werd het N.A.P. bepaald als het vlak dat 2,6769 m (afronding tot dmm) onder de gemiddelde hoogte van de vijf nog aanwezige stenen gelegen was. De stenen lagen n.l. niet precies even hoog. 70

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1954 | | pagina 22