K-.y.
Deze laatste is de bewerkelijkste. De voorkeur verdient verreweg
de basishoekenmethode. Het loont zeker de moeite zich met deze
wijze van berekenen vertrouwd te maken, vooral ook omdat de
controle erop zeer eenvoudig is: bereken één der gegeven punten
uit het gevraagde punt en het andere bekende punt.
Zijn de coördinaten van K en L bekend, dan berekenen we
KL QP en leiden hieruit de argumenten PA, PM, QB en QM
af. De coördinaten van P en Q volgen uit snijpuntsberekening
van MP en LP, en BQ en KQ. Als eindcontrole berekenen we
dan nog PA en QM uit coördinaten.
De resultaten luiden:
K +6256,295 +3214,362
P +6166,82 +3227,10
Oplossing 2.
L
Q
6141,631
6286,02
3230,690
3210,13.
In bovenstaande figuur komen twee onbekenden voor, <p en ip,
en twee hulponbekenden s en t. Deze laatste twee kunnen we
uitdrukken in de bekende elementen en in cp en ip.
s sin S
sin (I t
b sin a sin S
sin a
r sin 09 s b sin a
ol
sin ip
t=si4b,
sin e
t a sin ft a sin p sin e
k.
Van de onbekende hoeken cp en y> is dus de verhouding der
sinussen bekend, maar ook is op ip 200.
We kunnen nu als volgt handelen:
sin 99 sin ip k 1
k— 1
of
tg
sin 99 sin yi
'<p +y _k 1 t
2' k 1 9 2
Hieruit is cp-{- yjte berekenen. En dan volgt 9?= 43,1066,
xp 79,6684.
74
D.
sin 09
s a