Hoofdbeginsel daarbij is, dat de Staat de eigendom, zoals deze in overeenstemming met de registers uit het certificaat blijkt, waarborgt. Het onroerénd goed wordt als het ware door het certificaat belichaamd, en deze certificaten vereenvoudigen in hoge mate de overdracht en bezwaring van onroerend goed, hetgeen het spreekt vanzelf voor de immigranten van groot belang is. Nu dit stelsel de mobilisatie van de grondeigendom zeer krachtig in de hand werkt, noemt men het ook wel het „mobilisatie-stelsel" Wij menen hierbij echter te moeten aantekenen, dat, terwijl het onroerend goed op het in omloop zijnde certificaat wordt ver handeld buiten het grondboek om, het door de schuldeiser van de ingeschreven eigenaar kan worden in beslag genomen en geëxe cuteerd, hetgeen zonder gelijktijdig beslag op het certificaat mogelijk is. Hij, die eindelijk voorzien van het certificaat en de verschillende akten van overdracht, inschrijving in het grondboek zou komen verzoeken, ziet zich dan de weg daartoe afgesneden. Zó wordt de zogenaamde mobilisatie een niet ongevaarlijke uit was van het Australische grondboekstelsel. De voordelen, welke de certificaten heten op te leveren, worden door de rechtsonzeker heid, waartoe zij blijken te leiden, wel enigszins in de schaduw gesteld. Vergelijkt men, in het bijzonder, nog de mogelijkheid om het certificaat als onderpand voor een lening te doen dienen met de kans, dat ook daarbij de werkelijke aard der certificaten zich zal doen gevoelen tot schade van een of andere argeloze geldschieter, die het eigendomsrecht er geheel door vertegenwoordigd waant, dan blijkt ook dit voordeel vrij problematisch te zijn. De opstellers van de Memorie betoogden nogmaals met klem de wenselijkheid van het bezit van een deugdelijk Kadaster. Zij stelden deze deugdelijkheid afhankelijk van de volgende factoren; 1. Bij de meting ter opmaking en bijhouding van het Kadaster worden de eigenaren uitgenodigd hun grenzen aan te wijzen, casu quo vast te stellen. 2. Het feit, dat een dergelijke delimitatie plaats had, moet voor elke grens worden bewezen, doordat het in de kadastrale be scheiden wordt geconstateerd. Ter voorkoming van misverstand moge hier nog eens herhaald worden aldus besloot de Memorie dat van die delimitatie en de constatering van dat feit de bewijskracht van het Kadaster een gevolg is. Bij de behandeling der Staatsbegroting voor 1906 was het Mr Treub, die in de Tweede Kamer opnieuw op verbetering van het Kadaster aandrong. De Minister gaf de toezegging, dat hij het benoemen van een Staatscommissie tot herziening der wetten op de registratie en het Kadaster in overweging zou nemen. 57

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1954 | | pagina 9