Ruilverkaveling
De ruilverkaveling in de Eerste Kamen
Blijkens het voorlopig verslag van de commissie van Rapporteurs
over het ontwerp van wet tot vaststelling van hoofdstuk XI
(Departement van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening)
der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1954 maakten enige leden
bezwaar tegen het trage tempo, waarin verschillende ruilverkave
lingen worden uitgevoerd.
Zij vragen, of hierin enigermate zou kunnen worden voorzien.
Enkele leden wezen er op, dat er bij ruilverkaveling en ont
eigening van cultuurgronden rekening mee wordt gehouden, of de
grondgebruiker al dan niet met het hoofdberoep van landbouwer
staat ingeschreven. Een kleine grondgebruiker nu laat zich, met
het oog op de sociale wetgeving, inschrijven als landarbeider.
Wordt deze mensen uit dien hoofde bij ruilverkaveling hun grond
ontnomen, dan is dat, aldus deze leden, in strijd met de recht
vaardigheid. Zij zouden gaarne 's Ministers oordeel hierover
vernemen.
In de Memorie van Antwoord deelt de Minister mee, dat de
capaciteit van het apparaat, belast met de voorbereiding en uit
voering, helaas niet toelaat het tempo, waarin de aanvragen
binnenkomen, bij de uitvoering bij te houden.
Dit is begrijpelijk, wanneer wordt bedacht, dat op dit ogenblik
voor meer dan 300.000 ha ruilverkaveling is aangevraagd, terwijl
jaarlijks met de beschikbare middelen aan financiën en personeel
ongeveer 20.000 ha kunnen worden verkaveld. Wordt voorts in
aanmerking genomen, dat met het oog op de vereiste deskundig
heid en de beschikbare krachten het uitvoerend apparaat slechts
geleidelijk kan worden uitgebouwd, dan is het duidelijk ongeacht
nog de belangrijke financiële consequenties van een sterk versnelde
uitvoering dat het vooralsnog onvermijdelijk is, dat verschillende
ruilverkavelingsaanvragen pas na jaren in behandeling zullen kunnen
worden genomen. De Minister is bereid in overleg met zijn
ambtgenoot van Financiën maatregelen te beramen teneinde zoveel
mogelijk het tempo van uitvoering te verhogen.
De veronderstelling van enkele leden, dat bij ruilverkaveling
aan kleine grondgebruikers de grond wordt ontnomen, is in het
algemeen niet juist. Voor zover de grond hun eigendom is, verzet
de Ruilverkavelingswet zich daartegen; onteigening tegen uitbe
taling in geld kan bij ruilverkaveling slechts geschieden met volledige
medewerking van de betrokken grondeigenaar. Voor wat het
gebruik van gepachte grond betreft biedt de Ruilverkavelingswet
weliswaar mogelijkheden dit gebruik op te heffen, doch dan alleen
102