en Kadaster", waarin o.m. de nauwkeurigheid wordt onderzocht en een vergelijking is getroffen tussen de kosten van fotogram- metrische en terrestrische metingen. Van Prof. Dr Ir W. Schermerhorn geeft dit tijdschrift de voor dracht, gehouden op dezelfde vergadering van de Nederlandse Vereniging voor Fotogrammetrie (16 Dec. 1953), over „Wenselijk heden en mogelijkheden aangaande de toepassing van de foto grammetrie t.b.v. het Nederlandse kadaster". Prof. Schermerhorn trekt, na een rondblik in verschillende landen, de conclusie, dat de hoogwaardige fotogrammetrie zowel in Zwitserland als in Oostenrijk het experimentele stadium voorbij is, terwijl men in Italië en Frankrijk deze methode wel toepast op kadastrale her metingen, hoewel de eisen van nauwkeurigheid „belangrijk lager" liggen dan die in eerstgenoemde landen. Volgens deze schrijver schijnt in Nederland, evenals dit voor een deel ook in Zwitserland het geval is, de ruilverkaveling de enige praktisch realiseerbare mogelijkheid te bieden om te demon streren wat de fotogrammetrie ook voor nauwkeurig kadastraal werk waard is. Wij wijzen in het bijzonder op de methode, die men bij een systematische kadastrale meting naar het oordeel van Prof. Scher merhorn zou moeten volgen. De Directeur van de Topografische dienst C. A. von Frijtag Drabbe schrijft over „de Permanente kaarteringscommissie voor Nieuw-Guinea". Opgenomen is tevens een verslag van de Stichting „Internationaal Opleidingscentrum voor Luchtkaartering" over de periode Juli 1950—30 Juni 1953. In het Tijdschrift der Nederlandse Heide-Maatschappij, 65e jg. no. 3, Maart 1954 behandelt Mr A. J. Schiethart de wet „Vervreemding landbouwgronden", welke wet beoogt de prijs- beheersing van landbouwgronden te continueren, de bevordering van een goede, landbouwkundig verantwoorde verkaveling en het verlenen van een voorkeursrecht tot koop door pachters. In „De Ingenieur", weekblad gewijd aan de techniek en aan verwante wetenschappen, jg. 66, no. 16, 16 April 1954 verscheen van de hand van Ir. F van Schagen een aanbeveling voor de stichting van een centraal archief voor hoogtekaarten en gegevens ten algemenen nutte (ter vermijding van doublures). Wanneer men bedenkt, schrijft de Heer Van Schagen, dat in 1953 voor het verkrijgen van hoogtegegevens over ca. 45000 ha ruim x/4 millioen gulden werd besteed, schijnt er alle aanleiding te zijn bovengenoemde, reeds vroeger ter sprake gebrachte gedachte nogmaals onder de algemene aandacht te brengen. Bovengenoemd bedrag betreft de doorgaande- en de terrein waterpassingen uitgevoerd onder auspiciën van de Cultuurtechnische 111

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1954 | | pagina 19