ruim 200.— per ha. De beklemde meier in de Stadspolder heeft
echter nog steeds voor ƒ16.— de ha het volledige gebruiksrecht.
Voor de eigenaar bracht de prijsstijging geen enkel voordeel. De
beklemming is meer waard dan de eigendom. De beklemde meier
wordt dan ook als eigenaar beschouwd. Slechts enkele ingewijden
weten wie de werkelijke eigenaar is.
Het is niet gemakkelijk een antwoord te geven op de vraag,
hoe dit merkwaardig recht is ontstaan. Verschillende onderzoekers
hebben zich met deze kwestie bezig gehouden. Sommige schrijven
de verandering van tijdpacht in erfpacht toe aan de bepaling om
trent het vergoeden van het huis bij vertrek van de meier. Als
de meier de pacht opzegde, behoefde de eigenaar alleen de af-
braakwaarde van het huis te betalenbij opzegging door de eigenaar
daarentegen moest deze de volle prijs voor het huis betalen. Voor
de eigenaar was dit een reden de huur te continueren. Eenzelfde
bepaling tot vergoeding van het huis bestond ook in het gewest
Holland. Daar heeft zich het beklemrecht niet ontwikkeld. Wij
moeten daarom in de provincie Groningen nog op iets anders
letten.
Aan het einde van de 16e eeuw kregen de Staten van Groningen
de beschikking over de kloostergoederen in de provincie. Zij be
sloegen V7 deel van de cultuurgrond in Groningen. Al deze lan
derijen werden verhuurd. Ze lagen overal verspreid, de opgaven
over grootte en ligging waren vaak zeer onnauwkeurig, de pacht
sommen laag. Van opzeggen van pacht, van enige contröle was
geen sprake. De provincie-meiers konden doen en laten wat ze
wilden. Voor de particuliere meiers was dit aanleiding om van
hun eigenaars dezelfde voorwaarden te verlangen.
Omstreeks het midden van de 18e eeuw heeft de provincie het
grootste deel van haar bezit verkocht. De meiers hadden toen
reeds een positie die ver boven die van een tijdpachter uitging.
Raadsheer Van Hoorn, koper van een provincieplaats, zegde aan
de gebruikers de pacht op, om weer in het volle bezit van zijn
eigendom te komen. Deze weigerden en de zaak kwam voor de
rechter; in de geschiedenis van het beklemrecht is dit proces van
Abel Dirks kinderen beroemd geworden. De partijen troffen een
vergelijk; de eigenaar verloor dus eigenlijk.
Vele boeren hebben in het eind der 18e en het begin der 19e eeuw
gedaan gekregen (door betaling van een som geld) dat de rechten,
die ze in de practijk reeds hadden, ook in hun contracten werden
opgenomen.
En zo was ontstaan de „vaste, altoosdurende, in alle liniën
verervende beklemming", zoals wij die nu kennen. Wij hebben
deze korte schets van het merkwaardige beklemrecht afgedrukt
mede, om antwoord te geven op verschillende vragen, die ons
115