1953.1)
over dit onderwerp bereikten. Verder verwijzen wij naar het in
dit orgaan, 12e jg. no. 2 (Maart 1953) opgenomen artikel van de
hand van H. T. Kamphuis.
Hypotheken en Wet op Wafersnoodscnade
In de wet op de Watersnoodschade 1953, waarbij een wettelijke
regeling in het leven is geroepen omtrent het verlenen van bijdragen
door de Staat in materiële schade, geleden als gevolg van de op
1 Februari 1953 ingetreden watersnood, is ook de positie van
de hypothecaire schuldeiser vastgelegd.
In Hoofdstuk II over berekening van de bijdrage wordt in
art. 29, lid 6 vermeld, dat
„„de schuldeisers van hypothecaire vorderingen, die uiterlijk
een maand voor de uitbetaling van de vergoeding aan het
vaststellend orgaan (d.i. het orgaan, dat ingevolge deze wet en
de ter uitvoering daarvan te stellen regelen is belast met het
onderzoek en de taxatie van de schade en de vaststelling van
de bijdragen) van hun vordering per aangetekende brief hebben
doen blijken, terzake van opeisbaar geworden bedragen wegens
rentevorderingen en aflossingen op de hoofdsom verhaal kunnen
nemen op de vergoeding of op een deel daarvan."
Omtrent betaling van de bijdragen aan rechthebbenden wegens
schade bepalen art. 38 en 39 nog:
De rechthebbende op schade-uitkering kan met de zakelijk
gerechtigde (op het onroerend goed) omtrent uitbetaling van de
bijdrage een minnelijke schikking tot stand brengen. Deze betaling
geschiedt dan voorzoveel mogelijk overeenkomstig het dienaangaande
bij die regeling bepaalde.
Vindt geen toepassing plaats van het bovenstaande, dan bepaalt
de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting in hoeverre
de bijdrage dan wel een gedeelte daarvan zal worden aangewend
ter algehele of gedeeltelijke voldoening van hetgeen verschuldigd
is wegens de hypothecaire vordering (art. 38, le lid).
Indien op de schuld wordt afgelost, komt in de eerste plaats
voor aflossing in aanmerking de rente, welke ingevolge artikel
1229 B.W. voorrang geniet.
Op last van de Minister tekent de bewaarder van de hypotheken,
het kadaster en de scheepsbewijzen bij de hypothecaire inschrijving
116
l) Wet van 24 December 1953, Stb. 661 (zie circ. 4043).