in „Matériaux pour servir a Tétablissement d'un dictionnaire
d'archéologie Égyptienne" 8) De auteur schrijft daar:
cette charge de maïtre-arpenteur, inhérente au titre de
directeur des greniers, avait pour les titulaires une importance
honorifique se traduisant par le fait que plusieurs de ceux-ci
sont fait représenter par des statues qui les montrent agenouillés,
tenant devant eux le rouleau de corde surmonté de la tête de
bélier. Comme ceux des hypogées (grafkelders), ces personnages
sont des directeurs des greniers, 1'un d'Amon, l'autre d'Anhour".
Omdat deze ramskop het embleem van Amon was, hebben ver
schillende auteurs een betrekking tussen deze godheid en het land
metersvak gesuggereerd.
Het is het meest waarschijnlijk, dat alleen die personen, die in
dienst van de Amontempels hun metingen verrichten, bedoeld
embleem voerden. Dat meer vondsten van dit genre dit geval
scherper zullen omlijnen, is zeker niet uitgesloten.
C. A. C. BEST:
Gebogen polygonen
Enige maanden geleden, bij de bespreking van opgave XXXXII
van de rubriek opgaven met landmeetkundige inslag, beloofden
we enige aandacht te wijden aan polygonen met een grotere
lengte dan 2400 m en een uitbuiging van meer dan 100 m. Wij
verwezen daarbij naar een artikel van Prof. Ir. W. Baarda in het
„Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde", Jrg. 64, 1948, waarin
deze aan het slot een aanwijzing geeft voor de behandeling
van gebogen polygonen. Zoals we bekend mogen veronderstellen,
is de berekening van een polygoon met toepassing van strenge
vereffeningsmethoden een zeer bewerkelijke geschiedenis; deze
bewerking wordt dan ook nooit in de practijk toegepast.
Men streeft er naar een zo goed mogelijk compromis te bereiken
tussen theorie en practijk. Bij polygonen van gestrekt model vol
doet de gebruikelijke werkwijze heel goed, maar bij gebogen
96
Graf van Kha-m-hat (zie: Prisse d'Avennes, Histoire de l'Art égyptienj.
3) Extrait du Bulletin de l'Institüt Fran^aise d'arch. orientale, deel XIX, Le Caire
1922.