a. de ligging aan de rand van het waterwingebied van de
Amsterdamse en Noordwijkse Waterleiding-Maatschappijen, waar
door invloed wordt uitgeoefend op de waterhuishouding der gronden
in het Langeveld;
b. de slechte hydrologische toestand omdat de bovengrond
vanwege zijn samenstelling uit slib- en humusarmzand een geringe
watercapaciteit vertoont.
De toestand der cultuurgronden was in de loop van de laatste
tientallen jaren verslechterd door het afzanden tot N.A.P. van de
aangrenzende Oosterduinen. Dit had eveneens invloed op de
waterhuishouding van het Langeveld, zodat momenteel met uit
zondering van een klein gebied in het Zuiden, dat als bouwland
in gebruik is, nauwelijks meer van cultuurgrond gesproken kan
worden. Het grootste deel bestaat uit slecht grasland en met wild
gras begroeide terreinen.
Uit het ingestelde bodemonderzoek is naar voren gekomen,
zoals reeds medegedeeld, dat zich onder de schijnbaar waardeloze
grond kostbare lagen bevinden, welke in aanmerking komen voor
ontginning. Het kalkrijke zand, dat wordt aangetroffen op 1.50
N.A.P. is uitstekend geschikt voor bollengrond.
Alleen langs de Zuid- en Oostgrens van het te verkavelen blok
komen verharde wegen voor, terwijl daarnaast onverharde wandel
en rijwielpaden toegang verschaffen tot de verschillende eigendoms
percelen.
Wat de afwatering betreft, zij opgemerkt dat in vroegere jaren
deze plaats had door de in Noord-Zuid richting lopende Donder
dagswetering met zijtak, welke leidingen reeds jaren droog staan.
Het regenwater zakt namelijk in deze grof korrelige zandgronden
snel weg.
Voorlopig plan van wegen en waterlopen*
Het ligt in de bedoeling in het kader van de ruilverkaveling
de waterstaatkundige toestand te verbeteren door water uit Rijnlands
boezem in te pompen, waarvoor bij Sassenheim een gemaal met
een capaciteit van 20 m8 per minuut bij ca. 2.50 m opvoerhoogte
zal worden gesticht.
Het hoofdaanvoerkanaal zal vanaf het gemaal in Westelijke
richting worden gegraven langs de Noordrand van het te bevloeien
gebied. Vanuit dit hoofdaanvoerkanaal zijn vier in Zuidwestelijke
richting lopende zijleidingen geprojecteerd. Al naar behoefte zal
door middel van afsluitbare doorlaten het water uit de hoofdleiding
naar de zijleidingen gevoerd kunnen worden. Via een dwarssloot
zal in de wintermaanden overtollig water op Rijnlands boezem
geloosd kunnen worden.
Door de aanleg van een viertal wegen zal een goede ontsluiting
142