G. Busolt eindelijk verwijst in „Griechische Staatkunde", deel 2 naar grondregisters, die bij Plato (Wetten) voorkomen, maar Plato spreekt over de ideale Staat en niet over een bestaande. Een aan wijzing van feiten is dit niet. Volgens Orth (zie: „Landwirtschaft" in de eerder genoemde encyclopedie, deel 12) zou Athene sedert Solon een grondkadaster hebben gehad, en zouden hypotheekboeken zijn ingevoerd tijdens de hervormingen van Nausinikos in 377 v. Chr. Ook deze auteur staaft echter zijn bewering niet met bronnenmateriaal. We kennen ook plaatselijke kadasters van (heilige) instituten. Zo is door Kaibel in „Recueil des Inscr. jur. grecq. I", blz. 194, een voorbeeld gegeven van de kadastrering en perceelsgewijze uitgifte in erfpacht van landerijen der Dionysiustempel en van de tempel van Athene Polias (de tafels van Hereklea genoemd). Het betrof gecultiveerd land ter oppervlakte van ca. 40 ha. De canon be droeg ca. V17 van de opbrengst. De tijdsduur was 5 jaar. (Zie ook Ludwig Mitteis, Zur Geschichte der Erbpacht im Altertum, art. in Abh. der Philol-Hist.-Classe der Kön. Sachs. Gesellsch. des Wiss. Band 20, 1903.) Dat er op grote schaal regelmatige perceelvorming bestond, blijkt evenzeer uit een verbod van perceelsgewijze verkoop van andere erfpachtsgronden (zie b.v. Lebas: Contract van Mylasa). Voorzover is na te gaan, waren ook deze slechts min of meer gedetailleerde lijsten met bijzonderheden van het goed, echter voor namelijk bestemd voor particulier gebruik. In de tijd van zes eeuwen, die wij uit de voorhanden aanwijzingen kunnen bestuderen, zien we het grootgrondbezit (familiebezit) ver drongen door een snel toenemend kleinbezit en dit op zijn beurt weer door een terugkerend grootgrondbezit. Met betrekking tot het bestaan van kadasters concludeert Déléage dat „un recensement précis du sol par l'état n'apparait guère bien longtemps qu'en Egypte. On a voulu voir des cadastres a Baby- lone, en Grèce, en Asie Mineure. Mais les documents que Ton a invoqués ne permettent jamais d affïrmer leur existence." Wij hebben voor het bestaan van een dergelijk instituut uit het onderzochte materiaal ook thans geen bewijs kunnen putten. Het oude Griekenland schijnt algemene kadasters niet te hebben gekend. 174 Geraadpleegde literatuur 14) Fustel de Coulanges, La cité antique. ls) Dr. Emiel Lavigne, De epistates van het dorp in Ptolemaeisch Egypte, Leiden 1945, no. 3 uit de Studia Hellenistica, ed. Cerfaux et Peremans. 16) zie op het woord „Kataster" in de Real Encyclopedie für Altertumswesen, deel 10, 2487. 17) A. Déléage: Les Cadastres antiques jusqu' a Dioclétien in: Études de papyro logie, t 2, 1934.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1954 | | pagina 10