van een zakelijk recht op land bij openbare verkoopDeze is slechts
toegestaan na voorafgaand verlof van de Grondkamer. Dit verlof
wordt gegeven, tenzij de verkoop zou leiden tot een ondoelmatige
verkaveling, tot een te geringe bedrijfsgrootte of tot afscheiding
van de gebouwen van het land (landbouwkundige toetsing).
Bij het verlenen van het verlof stelt de Grondkamer de maximum
prijs vast, die in de veilingsvoorwaarden moet worden vermeld.
Als er meer dan een gegadigde is, die het aangebodene voor
de maximumprijs wil aanvaarden, en de pachter behoort daarbij,
dan heeft deze de voorkeur, tenminste als de Grondkamer niet
van oordeel is, dat hij een slecht landgebruiker is. Is het land niet
verpacht of is de pachter niet onder de gegadigden, dan beslist
het lot.
Alvorens tot loting over te gaan, onderzoekt de Grondkamer
of er ook verkeerde gevolgen optreden (zoals versnippering, een te
klein bedrijf etc.) als een der gegadigden het land zou krijgen. In
dat geval worden deze van de loting uitgesloten.
Door de inwerkingtreding van de Wet op de Vervreemding
van Landbouwgronden is het onmogelijk geworden, dat men bij
verkoop naar believen kavels, die een economisch geheel vormen,
kan splitsen of gebouwen van het bijbehorend land kan scheiden.
Met de veel voorkomende oorzaak van het ontstaan van de
versnippering van landbouwgronden, welke is gelegen in ons erf
recht, heeft de wet geen bemoeienis. Dat boedelscheidingen buiten
de regeling zijn gebleven, is ongetwijfeld een leemte. In de naaste
toekomst zal dit vraagstuk in ernstige studie worden genomen.
Volledigheidshalve kan worden opgemerkt, dat in Denemarken
verschillende wettelijke maatregelen zijn genomen om te voorkomen,
dat de gunstige resultaten van ruilverkaveling door verdeling bij
verkoop en vererving weer zouden verloren gaan. Zo is b.v.
wettelijk bepaald, dat bij de verdeling van een boerderij een hoofd
perceel van zodanige grootte bij de gebouwen moet blijven, dat
het nieuwe bedrijf als het ware weer een economisch geheel vormt.
De wet heeft een tijdelijk karakter. Zij vervalt 1 Januari 1959.
Kadastrale toepassing van akten.
In dit Orgaan, 12e jg., no. 3, blz. 112 werd P.W. 15724 ge
publiceerd. Hieronder volgt nadere opheldering over de betekenis
van de in die publicatie opgenomen richtlijnen voor de kadastrale
toepassing van akten, waarbij gedeelten van kadastrale percelen
worden overgedragen, terwijl voor de omschrijving van deze
perceelsgedeelten wordt verwezen naar een niet mede overgeschreven
kaart.
178