vincie Gelderland betreffende een complex gronden onder Epe van
2330 ha; van Noord-Brabant betreffende 230 ha onder de gemeente
Zeeland en van Drenthe betreffende gronden onder de gemeente
Schoonebeek ter grootte van 300 ha. De laatste in de rij is deze
maal de provincie Noord-Brabant met een aanvraag betreffende
25 ha onder de gemeente Geffen.
De aanvragen voldoen alle aan de eis gesteld in art. 22, lid 2
van de gewijzigde Ruilverkavelingswet 1938.
Blijkens nader bericht van de Cultuurtechnische Dienst is de
oppervlakte van het complex gronden onder de gemeente Nistelrode,
waarvoor ruilverkaveling werd verzocht, niet 589 ha, maar 110 ha.
Opgaven mei landmeetkundige inslag
Opgave XLVIL
Deze opgave heeft onze lezers, zodra zij serieus aan de uitwerking
begonnen, wel enige moeilijkheden opgeleverd. Dit is op te maken
uit de motiveringen, die meestal de oplossingen vergezelden. Dikwijls
is echter uit het oog verloren, dat men hier met een zuiver practijk-
vraagstuk te maken heeft, dat men dus bij het oplossen practisch
te werk moet gaan.
A 85-86hpt wekt dadelijk onze argwaan. Gemeten zijn de
drie hoeken en de drie zijden. Schuilt hier een addertje onder het
gras? Op de som van de hoeken blijkt een correctie van 52
dmgr te moeten worden aangebracht. Als deze over de drie
hoeken verdeeld is, berekenen we uit de langste zijde de twee
andere. Alleen de zijde hpt—86 berekenen we 1 cm korter dan
de gemeten lengte terwijl de andere nagenoeg gelijk is. De drie
hoek vertoont dus geen hinderlijke tegenspraken.
Van het punt 25 zijn de coördinaten gegeven. Daarmee zullen
wij rekening moeten houden bij het bepalen van de gevraagde
coördinaten. Maar daartoe moeten we eerst de argumenten van
de zijden vaststellen. Dit doen we via het hulppunt, omdat de
zijde 85—86 kort is in vergelijking met de andere zijden, terwijl
de zijden 85—hpt en hpt—86 van dezelfde orde van lengte zijn.
We stellen dus de argumenten vast langs 41—84—85—hpt«—86—
25—87—8854. Dit geeft een totale hoekcorrectie van -f" 24
dmgr (de hoek 85—hpt—86 wordt zonder driehoekscorrectie uit
de richtingsmeting overgenomen!). Als nu 85—hpt en hpt—86
bekend zijn, leiden we uit elk af 85—86. Het gemiddelde van
deze waarden is het argument 8586 waarmee we verder zullen werken.
Vervolgens is de berekening van de coördinaten aan de beurt.
Daartoe wordt de polygoon in twee delen gesplitst, 41—84—85—
86—25 en 25—87—88—54. U ziet, de berekening van het eerste
gedeelte loopt regelrecht van 85 naar 86. Het hulppunt heeft
183