Uil andere publicaties:
Het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde nr 4 van
1 Aug. 1954 bevat, behalve het hoofdartikel van Ir G. A. van Wely
over „Verkenning van insnijdingen en bepalen van een sterkte-
getal" beknopte verslagen van het congres der Nederlandse
Landmeetkundige Federatie, op 10 en 11 Juni jl. gehouden te
Rotterdam, en van de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde.
Ir F. Harkink geeft in vertaling het historisch overzicht betref
fende het Franse kadaster, zoals datvoorkomt in „Le cadastre
frangais", geschreven door R. Herbin, hoofd van de kadastrale
dienst en A. Pébereau, adj. hoofd van deze dienst, welk werk is
uitgegeven in Parijs bij Les editions Francis Lefebre, 15, rue
Viète, in 1953.
In dit nummer is tevens opgenomen een lijst van aanwinsten
voor de geodetische bibliotheek, waaruit alle lezers van het tijd
schrift kunnen lenen.
Onder de advertenties ontmoeten wij de afbeelding van Hohlux
optische pantograaf, welk apparaat door de N.V. lettergieterij
„Amsterdam", voorheen N. Tetterode tijdens de pauze in het
N.L.F.-congres is gedemonstreerd. Met behulp van de optische pan-
tograaf kunnen, evenals met de Procota, van kaarten vergrote
en verkleinde kopieen worden vervaardigd. In het Duitse „Zeit-
schrift für Vermessungswesen" van 1954 kan men op blz. 187
mededelingen vinden omtrent de aldaar opgedane ervaringen. Blijkens
mededelingen van de firma Hoh Hahne uit Offenbach is de
vergroting of verkleining 5-malig.
In het „Mededelingenblad van de Vereniging van Land
meetkundigen" (adres red.: J. W. Stapel, Pieter Bothlaan 31 te
Amersfoort) lazen we het vervolg van een artikel over het Normaal
Amsterdams Peil van de hand van Ir P. J. Bakker te Amsterdam.
Der Fluchtstab, 4de jrg. nr 2, Maart/April 1953. Konrad Peters
geeft in het artikel „Wie das Siegerland von Baumeister
Ploennies vermessen wurde" een beschrijving van de tussen
1717 en 1725 uitgevoerde meting van het vorstendom Nassau-
Siegen. Er wordt o.a. in verteld dat Ploennies voor de lengte
meting gebruik maakte van een meetkoord, en niet, zoals toen
nog gebruikelijk was, van een wiel. Ook paste hij geometrie toe,
een nieuwigheid in de praktijk van het landmeten toen nog niet
in zwang.
In de 4de jrg. nrs 5 en 6, September/October en November/
December 1953 schrijft Franz Rüter over waterpassingen van
de le orde* Het artikel bevat een beknopt geschiedkundig over
zicht, terwijl uitgebreider wordt ingegaan op de huidige methode
van waterpassen in Duitsland.
193