In nr 5 geeft verder H. Meier mededelingen over de politionele
bescherming van de verzekeringen van belangrijke punten van
de driehoeksmeting in Duitsland.
In de 5de jrg. nrs 1 en 2, Januari/Februari en Maart/April
1954 behandelt G. Mulert van theoretische zijde bezien de meting
van een eenvoudige lokale driehoeksmeting.
Dit vakorgaan van de ttVerein der Ingenieure und Techniker
des Vermessungswesens" bevatte in zijn laatstverschenen nr 4 van
Juli/Aug. behalve de beschrijvingsbrief van de jaarvergadering op
18 Sept. a.s. aan boord van het Rijnschip „Deutscher Rhein" een
oproep tot eenheid onder de vakgenoten, benevens het eerste
artikel van Vermessungstechniker H. Scholz „Vom Vermessungs^
wesen im alten Agypten", waarin de oudste geschiedenisperiode
van ons vak wordt beschreven.
In de rubriek „Instrumentenschau" bespreekt de red. het Rechen-
gerat Coorapid van de firma R. u. A. Rost in Weenen en de
Zeiss-theodoliet Th 3.
Op de laatste bladzijden volgen boekbesprekingen en verenigings-
berichten.
Het Tijdschrift der Nederlandse Heidemaatschappij no. 6
Juni 1954 bevat de rede van Dr Ir F. P. Mesu Veertig jaren
cultuurtechniek", door de scheidende uitgesproken op de dag
van zijn afscheid in de kring van de Centrale Cultuurtechnische
Commissie te Utrecht.
Behalve de inpolderingen, de ontwatering, de watertoevoer en
verbetering en aanleg van ontsluitingswegen, herontginning enz.
behandelt de auteur ook de herverkaveling en ruilverkaveling.
Hieromtrent merkt hij op:
„De her- en ruilverkaveling heb ik tot het laa'tst bewaard; dit
is verreweg de belangrijkste cultuurtechnische maatregel geworden.
Zij is daarom zo belangrijk, omdat zij een allround maatregel is
in tegenstelling met de hiervoren genoemde, welke eenzijdig waren.
Zij omvat niet alleen alle hiervoren genoemde cultuurtechnische
maatregelen maar bovendien nog de bouw of verplaatsing van
boerderijen, de aanleg van utiliteitswerken en de sanering der be
drijven.
Het begrip ruilverkaveling is in de loop der laatste decennia
veel ruimer geworden dan de definitie zoals deze in het Ontwerp
Wet op de Ruilverkaveling van het Nederlands Landbouw Comité
werd aangegeven. Volgens Artikel 1 van dit Ontwerp werd onder
ruilverkaveling verstaan „het ter bevordering van den landbouw
naar een bepaald plan samenvoegen en vervolgens opnieuw in-
deelen van gronden, al dan niet gepaard gaande met het aanleggen
of verleggen van wegen en waterloopen".
Wij mogen de Regering buitengewoon dankbaar zijn, dat deze
definitie ondanks aandrang uit de Tweede Kamer nimmer in de
194