Daar ontmoeten wij een gedetailleerde meting van xpdoi xotioi,
gedetailleerder dan elders. Aan deze verwant is misschien die van
de papyrus Tebtynis 164, welke de Griekse vertaling bevat van
een demotisch koopcontract uit de 2e eeuw v. Chr. Hier worden
yjdoi rojzoi (twee percelen) met ellen gemeten.
De oriëntering is dusdanig, dat van de 4 zijden der percelen
de N. en Z. kant van West naar Oost worden gemeten, de W.
en O. kant van Noord naar Zuid (blz. 95), terwijl volgens F. Luck-
hard, Das Privathaus im ptolemaischen und römischen Agypten
(Diss. Bonn 1914, blz. 3) de normale volgorde der percelenmeting
Z.N.O.W. is. Men neemt aan, dat de ene groep door andere
landmeters is gemeten als de tweede.
In Griekenland vond men niets, dat lijkt op de landmeterscor
poraties van het Romeinse rijk; de ogioxatdie men opdroeg de
grenzen der gemeenschappelijke bezittingen aan te wijzen en af
te palen, hadden slechts tijdelijk werk. Zij werden voor elk object
afzonderlijk door de plaatselijke bevolkinggekozen
Voor de competentie van deze personen had men respect
(Inscr. juridiques XII, 1—8; II, 6 en 573; IV, 53; Hyperides,
fragment 16), maar van officiële bevoegdheden is ons niets ge
bleken en in die gemeenschap lijkt het ook overbodig ze te bezitten.
In de „Studia Hellenistica" lezen wij over de epistates van het
dorp in Ptolemeïsch Egypte de opmerking van de auteur Dr
Emiel Lavigne 15) (de geschiedenis van dat, toen tot de machtigste
rijken uit het Hellenistische tijdperk behorende, rijk der Ptolemeeën
is bijzonder interessant), dat deze functionaris in de 3e eeuw v.
Chr. steeds van Griekse afkomst was. Voor financiële aangelegen
heden was hij namens de strateeg aanwezig bij verpachtingen
van openbaar koninklijk goed. In de 2e eeuw was zijn macht bij
de beslechting van burgerlijke geschillen groot.
Het is bekend, dat ook bij onenigheid over de verdeling van
onroerend goed dikwijls op deze epistates een beroep werd gedaan.
Bij het nameten van land staan andere beambten hem bij.
In de papyrus Tebtynis 793, kol. 111 geeft de strateeg aan de
epistates bevel samen met de komogrammateus een kadastrale
opmeting te doen, maar volgens de commentators zou zijn taak
die van controleur zijn geweest en niet die van landmeter, hoewel
één van de auteurs (Guiraud) omtrent de bekende papyrus Enteuxeis
66 opmerkt: Ie fonctionnaire a qui l'apostille était adressée
devait convoquer certains personnages, dont un géomètreet
procéder a farpentage des deux tenures Ook in dit document
is het de dorpsepistates, die een gemeenschappelijk gehuurd stuk
grond in evengrote en gelijke stukken moet verdelen.
Van enige toepassing van deze metingen, zelfs van rapporten
over deze arbeid, is ons helaas niets bekend.
170