De heilige eigendom. Als er een nieuwe stad ontstond, werd volgens gebruik een deel van de grond voor de goden apart gehouden. Wij zien dit nog in de le eeuw v. Chr. met veel zorg geschieden door de Atheners in hun koloniën. Vrij zeker was deze gewoonte toen al vele eeuwen gevestigd. In verscheidene Atheense decreten lezen wij dat Athene 1/10 krijgt van de geconfisceerde goederen (Andocides, I, 96; Xenophon, Hellas, I, 7). Een later tractaat tussen Athene en Chalcis uit het jaar 446 schrijft de Chalci-ers voor trouw te zweren aan de verbondenen: zij, die dit verzuimen, worden uit hun goed gestoten; 1/10 er van wordt aan Zeus toegekend. Ook vele particulieren schenken goederen aan „de goden", vaak onder voorwaarden. Omgekeerd geven de goden tegen soliede garanties geld en goederen uit aan particulieren. Betaalde men niet, dan nam men het met geweld terug. De ongelijkheid der giften maakte dat er aldus arme en rijke goden ontstonden. Strabo vertelt van een priester die een „onmetelijk domein" beheert (Strabo XII, blz. 577). Het heilige gebied van Delphi had een omtrek van 60 km (Wescher in „Mém. présentés a 1'Académie des Inscr., le série, tome VIII, le deel, blz. 104). De goederen van Apollo te Herakleia, een stad van Grieken in Zuid-Italië-Lucanië, hadden een oppervlakte van 332 ha, waarvan 111 ha bouwland en 221 bos. Het bezit van Apollo, opgenomen in een inventaris van het jaar 279 v. Chr., bestond uit 10 boerderijen op het eiland Rhénée en 10 op Delos. Er waren 17000 voet wijngaarden en 480 vijgen bomen. De waarde zou toen reeds meer dan een ton zijn geweest. De harmonie tussen kerk en staat was volgens de schrijvers volmaakt; in het politieke leven nam de godsdienst een zeer be langrijke plaats in. Eigenaardig is het daarom wel, dat de meeste eigendommen door commissies werden beheerd en dat het volk de leden koos, terwijl bij het afsluiten van contracten de priesters nooit officieel tegenwoordig waren. De ondertekenaars zijn herkend als vertegenwoordigers der overheid. Nergens vinden we echter gewag gemaakt van een algemene grondregistratie. Ondanks het grote respect van de bevolking voor hun goden bleek het toch gewenst de zaken dikwijls te controleren. Toen in Herakleia de grenzen van goederen van Dionysius door een commissie werden nagegaan, bleek men 73 ha van de 332 te missen. In meer dan één Helleense stad bleek nu en dan een stuk tempelinventaris zoek te zijn, zodat de meest geraffineerde straffen werden uitgedacht om het heilige goed te beschermen. De gedode misdadigers mochten niet eens op hun geboortegrond 171

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1954 | | pagina 7