worden begraven. Evenals in Egypte paste men op de slaaf een
strengere straf toe dan op de meester.
Bij de deliminatie van de Apollo-goederen zag men verscheidene
personen binnen de grenzen van het heiligdom de grond bewerken
als eigen. Zonder na te gaan, hoelang deze toestand reeds duurde
en zonder zelfs hun goede trouw te onderzoeken, werden allen
„verwijderd".
Na een opneming van de heilige goederen van Dyonisius, in
Athene, bleek eveneens dat een massa grond aan de goden moest
worden teruggegeven; in het rapport van de commissieleden
landmeter heet het, dat de grensstenen op verschillende plaatsen
onder de aanslibbingen van de rivier waren verdwenen en dat
men, om die terug te vinden, de oude staten moest raadplegen
(Inscr. juridiques XII, 1). Ook hier bestonden dus eigendomsbewijzen.
De belasting eisphora*
Bij bestudering van de belastingheffing vindt men niets dat
wijst op metingen op grote schaal ter controlering of ter onder
steuning van aangiften der eigenaren. Het was blijkbaar een
kapitaalheffing, evenals haar voorgangster een heffing op het
product alleen. Evenmin is het bekend, dat men door bepaalde
personen de oppervlakten liet meten. Slechts een klein fragment
van een belastingboek(lijst) van Mytilini is bewaard gebleven.
Naast de naam van de eigenaar komen er in voor de soort van
eigendom, de oppervlakte en de ligging, een en ander in korte
bewoordingen, aldus: Dionysios, zoon van Protagoras 4020 voet
wijnstokken, te Acherdas. Het woord cijioydyeTaL, dat hier voorkomt,
heft elke twijfel omtrent de bestemming van het document op.
Het was de verklaring, welke een oorkonde vergezelde, die men
overlegde aan het bureau voor onroerend goed.
Volgens A. M. Andreades (A history of Greek public finances,
vol. 1, p. 341, vertaald door C. N. Brown en uitgegeven door
de Harvard University Press) was het verbazingwekkend, dat
men in het oude Athene deze belasting zonder al te grote moeilijk
heden kon innen, temeer waar het percentage reeds in 428 v. Chr.
zeer hoog was.
De auteur komt dan ook tot de conclusie, mede op grond van
oude geschriften, dat er alleen omtrent de onroerende goederen
voldoende controlemogelijkheden waren, doordat de demarchs
„made the assissmentlists in each village" (zie bij Harpocration
op drjiuaQXog).
Hierdoor kon verificatie van gronden buiten de stad (Athene)
gemakkelijk geschieden.
In een groot aantal Griekse steden bestond een plaats, speciaal
bestemd voor de bewaring soms ook alleen voor de inschrij-
172