Om de verschillende zettingen goed te begrijpen, is het nodig
een rekenliniaal bij de hand te hebben en de handelingen hierna
vermeld, op de liniaal te volgen. Om enig inzicht te krijgen in
de te bereiken graad van nauwkeurigheid zijn enige opgaven met
hun antwoorden opgenomen, welke we met de rekenliniaal kunnen
controleren. Deze opgaven zijn in beide gradenstelsels gegeven
omdat rekenlinialen met de decimale verdeling nog niet in ruime
mate in gebruik zijn. De oplossingen zijn met de logarithmentafel
berekend. Belangstellenden kunnen zich dus zelf een oordeel vormen
over de te bereiken graad van nauwkeurigheid.
En nu de mogelijkheden:
Meetpunten
ai {Xe Xa) en Deze
[a] [a]
berekening is wel heel eenvoudig en bestaat uit een vermenig
vuldiging en een deling, de zettingen op de liniaal worden hierbij
So 1 (Xe XA)
11We plaatsen de 1 van So tegenover aj
Lo al aY {XE XA)
op Lo en lezen met behulp van de loper tegenover {Xe XA)
het product a} (XeXA) op Lo af. Nu rest ons nog de deling
door [a] welke we verrichten met de volgende zetting:
So [a] 1
I1Tegenover het gevonden pro-
Lo ax (XE XA) a,(XE-XA)
[a]
duet plaatsen we [a] en lezen tegenover de 1 het resultaat
op Lo af, waarbij het ook kan voorkomen dat we
dit resultaat moeten aflezen tegenover de 10, hetwelk geen verschil
maakt daar we bij berekeningen met de rekenliniaal eerst aan
het einde van de bewerking het teken en de plaats van de komma
gaan bepalen, zodat we dus zonodig ook de schuif over de gehele
lengte mogen verplaatsen. De zettingen voor de berekening van
het y verschil geschieden evenzo. Wanneer we slechts één meet
punt bepalen, kunnen we beter eerst de deling uitvoeren en
LaJ
dit quotient voor de berekening van x en y gebruiken. De zet-
So [a] (XE-XA) So [a] (YE-YA)
tingen worden dan: 11en I1
Lo ax (X,- XA) Lo ax - YA)
immers XY XA a) dus=^.Weheb-
[a] (XE— Xa) [aj
224