het best aan de ontplooiing van de landbouw en het platteland
dienstbaar kan worden gemaakt. De volksvertegenwoordiging is in
de Rijksbegroting van deze ontwikkeling nader op de hoogte ge
steld. Hiervoor is te meer reden, omdat de begroting van de Cul
tuurtechnische Dienst voor het jaar 1955 naar verschillende zijden
de invloed van deze ontwikkeling heeft ondergaan. Alleen reeds de
opheffing van de Rijksdienst voor de Uitvoering van Werken
(D.U.W.) en de daarmede gepaard gaande reorganisatie terzake
van de Aanvullende Werkgelegenheid heeft de Minister doen
besluiten de organisatie van de Cultuurtechnische Dienst nader te
bezien. Zoals bekend is, zullen in de toekomst door het Ministerie
van Sociale Zaken en Volksgezondheid geen aanvullende cultuur
technische werken meer worden voorbereid, gesubsidieerd en uit
gevoerd. De Cultuurtechnische Dienst is dientengevolge behalve
met zijn normale programma tevens belast met de uitvoering van die
werkzaamheden op cultuurtechnisch terrein, welke noodzakelijk zijn
in het raam van het beleid der Regering inzake de Aanvullende
Werkgelegenheid.
Ook de ontwikkeling van ruil- en herverkavelingen in ons land
noodzaakt de Regering om de diensten, welke de verkavelingen
tezamen moeten uitvoeren, te weten de Kadastrale Ruilverkavelings-
dienst en de Cultuurtechnische Dienst, zodanig uit te rusten, dat er
wederzijds geen knelpunten ontstaan, welke belemmerend op deze
ontwikkeling kunnen werken. In de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal betreffende het Ontwerp
Ruilverkavelingswet (Zitting 19537*54, no. 2063, no. 5) is daar
omtrent reeds mededeling gedaan.
De ruil- en herverkavelingen groeien meer en meer uit tot de
voorbereiding en uitvoering van algehele agrarische ontwikkelings
plannen van grote gebieden.
De Cultuurtechnische dienst zal volgens de ramingen in 1955
vermoedelijk 130 millioen gulden verwerken.
Voor de ruilverkaveling is (met de bijkomende werken) gemid
deld ƒ1100,per ha subsidie vereist. Het aanmerkelijk hogere
bedrag van 23.500.000,(toegestaan voor dienst 1954
14.000.000,zal hiermede gemoeid zijn.
Opgaven mei landmeetkundige inslag
Opgave XLVIII.
Ook deze keer zijn er verscheidene oplossingen binnengekomen
van het vraagstuk, in de literatuur bekend als het probleem van
Hansen.
De oplossingen zijn in drie categorieën te splitsen:
le categorie: Deze oplossing gaat volgens de transformatie
methode. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een plaatselijk coördi-
242