satie der kloosterorden in Oost-Duitsland) ook in het Duits werd
vertaald als „geometriae culminensis", in het algemeen bleef de
mathematica een aangelegenheid van de geleerden, terwijl de land-
meterij hoofdzakelijk door betrekkelijk eenvoudige practici werd
uitgeoefend, waarbij meestal de overlevering" van de handvaar
digheid op middeleeuwse wijze van meester naar leerling door
aanschouwing plaats vond. Mocht reeds in 1461 een leerboek der
trigonometrie door Regiomontanus zijn uitgegeven4), dit beteken
de niet dat de practische landmeetkunde al spoedig van de
door de geleerden aangegeven methoden gebruik maakte. Met
name in de Nederlanden, waar vóór het optreden van Karei V
elk rechtsgebied een tamelijk overzichtelijk karakter had en
waar bij kwesties desnoods op gemakkelijke wijze een ,,oculaire
inspectie" mogelijk was, kon men het nog heel goed stellen zon
der een getrouwe grafische afbeelding van een meer of minder
uitgestrekt terrein.
Dit werd anders, toen machtsuitbreiding van de Bourgondiërs,
gepaard gaande met een zekere mate van bestuurscentralisatie,
het nodig maakte dat in het centrale punt Brussel beslissingen
werden genomen op verre afstand van het object. Met de jaren
groeide de behoefte aan betrouwbaar kaartenmateriaal, wat te
begrijpen valt als men bedenkt dat in de twintig jaren tussen
1524 en 1543 door Karei V de Friese gewesten, Utrecht en
Overijsel, Groningen en Drente, en tenslotte Gelderland werden
verworven en in 1548 met de overige Nederlanden tot een mo
derne eenheidsstaat werden samengevoerd.
Mèt die behoefte aan betere, betrouwbaarder kaarten groeide
ook de behoefte aan betere methoden van meting en kaartering,
en het is niet toevallig dat aan de Leuvense Universiteit reeds in
het eerste kwart van de 16e eeuw practijklandmeters de colleges
volgden, die daardoor in staat waren de uitvindingen van de ge
leerde wereld (zoals de driehoeksmeting) in de dagelijkse prac-
tijk toe te passen. Zo werd op 31 Augustus 1523 als student aan
de Leuvense Universiteit ingeschreven Jacobus landmetere de
Mechlinia" dus Jacob de landmeter uit Mechelen, met wie men
op goede gronden meent Jacob van Deventer te kunnen vereen
zelvigen 5).
Hoe Jacob van Deventer die wellicht omstreeks 1500 te
Deventer werd geboren als zoon van Anna uit Kampen en de
priester Roeloff in Mechelen verzeild geraakte is onbekend,
evenmin waarom hij die blijkens het vroegste levensbericht ook
in de medicijnen heeft gestudeerd tot het beroep van land
meter is gekomen.
Het is haast aan geen twijfel onderhevig, dat Jacob van Deventer
in Vlaanderen door kennisname van de denkbeelden van zijn land
genoot Gemma Frisius reeds vroeg een zeer verbeterde landmeet-
techniek en kaartenmakerskundigheid heeft verworven. Evenmin
212