Gelderland. Is het mogelijk dat deze kaarten, inzonderheid die van
Gelderland, wellicht moesten worden gebruikt in de campagne
tegen Gelre, waarmee Karei V in oorlog was? Later, in 1546 toen
ook Gelderland in handen van Karei V was gevallen, werd de
kaart in druk uitgegeven: „Die carte van tvermaarde hertooch-
dom Gelrebescreven ende gemaect door bevel ende ten cos-
ten van Keyserlycke Maiesteytgemeten ende gestelt nae rech
ter aert der geographien. Maer soe wat plaetsen dit teyke Q niet
en hebben, dieselve en sijn soe volcomen ende sekerlijck niet geset
als dander, omdat men overall niet soe vrylycke die metinge heeft
moeghen ghebruijckenDit laatste zeer waarschijnlijk er op
doelende dat op door Gelre's leger bezette plaatsen en in onover
zichtelijk bosgebied geen driehoeksmeting kon worden verricht.
Toen omstreeks 1545 voor de Hollandse Staten een proces ge
voerd werd over het stapelrecht van Dordrecht, was het „mr Jacob
van Deventer geographus ofte chartmakerdie een kaart moest
maken van de zeegaten, welke men in die dagen vanuit de Noord
zee kon inzeilen 12Ook in Zeeland zou hij emplooi vinden, want
voor de regering maakte hij een nauwkeurige plattegrond van dit
aan eiland zo rijke en lastig op te meten gewest 13
Grootse opdracht.
Had Jacob van Deventer in een tijd van ongeveer tien jaren
zijn opdrachtgevers bruikbare kaarten verstrekt van een gebied
dat bijna geheel Nederland en Vlaanderen en een stuk van Duits
land omvatte, de meest grootse opdracht kreeg hij van Philips de
Tweede, nog vóór diens vertrek naar Spanje in 1559, nl. te „visi
ter, mesurer et desseigner toutes les villes de noz pays de par
dega, aussy les rivières et villaiges circumvoisins, semblablement
les passaiges on destroictz des frontières, et le tout rédiger en
cinq livres contenant pourtraict des chascune province, et aprèz
démonstration des chascune ville particulière" 14Waren de
raadslieden van de Koning, die Philips II wellicht tot deze op
dracht hadden opgewekt, reeds zó vooruitziende dat zij de latente
onrust in de Nederlanden al voorvoelden en aan de regerings
getrouwe legers in de toekomst een goede kaart in handen wilden
geven? Het is, gezien de correspondentie die voor het nageslacht
over de stedenplattegronden van Van Deventer is bewaard ge
bleven, zeer wel mogelijk dat toen reeds het gemis aan militaire
kaarten werd gevoeld. Twintig jaar later bleek dit gemis nóg
sterker en ook de Hollanders-zelf voelden het. Bij het ontzet van
Leiden bv. moest de vloot van Boisot eerst dagenlang zonder
succes bij het dorp Zoetermeer zoeken naar een vaarweg, tot men
er toevallig achter kwam, dat de passage tussen Zegwaard en
Benthuizen in alle opzichten gunstiger was 15Zo zou het ook de
Spanjaarden vergaan. Dat het doel van de opdrachtgevers achter
214