landse belangen te vertegenwoordigen, is veel wetenswaardigs
over het werk van Van Deventer aan het licht gekomen. Tot
zelfs Philips stelde een groeiend belang in de gereedmaking van
de kaarten, die voor de oorlogsvoering sedert 1568 van grote
waarde zouden zijn. Steeds weer werd van de kant van de men
sen, die de militaire waarde ervan zagen, op spoed aangedrongen.
Maar Jacob van Deventer, oud geworden in de reuzenarbeid en
voorzien van vele loonvorderingen op de Spaanse regering, die
al te onregelmatig zijn loon uitbetaalde, zou de gereedgekomen
exemplaren van de stadsplattegronden niet zonder geld afgeven.
Dan kwam de crisis van 1572. De troepen van Don Frederik
sloegen in Mechelen, waar Jacob de Landmeter nog altijd woonde,
aan het muiten en Van Deventer week uit naar Keulen, waar ook
Hogenberg (de kaartenmaker) reeds sinds 1570 als vluchteling
woonde en werkte.
Hier in Keulen stierf Van Deventer in Mei 1575. Wel had hij
de kaartboeken geheel gereed kunnen krijgen (alleen de stads
wapens ontbraken op de plattegronden), maar de drie stede
atlassen had hij door de woelingen dier dagen niet meer aan de
Brusselse regering kunnen afleveren.
Stadsplattegronden*
Na de dood van Van Deventer zijn wel de drie stedeboeken in
Brussel terechtgekomen, waarvan dr Wieder er nog twee in een
museum te Madrid heeft teruggevonden, maar nergens in de oude
literatuur wordt gewag gemaakt van de oorspronkelijke net-exem
plaren, waarnaar de stedeboeken waren gekopiëerd 17Totdat
in 1859 op een veiling 152 plattegronden in een slordige rol te
koop werden aangeboden en door de bekende Frederik Muller
voor ongeveer 30 centen per stuk werden aangekocht18). De
kaarten kwamen door de goede zorgen van archivaris Eekhof uit
Friesland in het bezit van verschillende archieven terecht, maar
doordat enige enthousiaste landgenoten de steun van wetenschap
pelijke genootschappen, de interesse van de Overheid en parti
culieren wisten op te wekken, werd het niet alleen mogelijk de
hier te lande aanwezige stadsplattegronden van Jacob van
Deventer te laten herdrukken doch tevens de ontbrekende platte
gronden van Nederlandse steden in de Nederlandse heruitgave op
te nemen (via getrouwe kopieën van de in het museum van Madrid
aanwezige stedekaarten)„Nijhoff" zorgde er op deze wijze voor,
dat bijna 120 kaarten uit het unieke werk van de grote landmeter
onder de ogen van duizenden konden komen. In zijn eigen tijd reeds
een der eersten, die in de Nederlanden op wetenschappelijke wijze
de landmeting bedreef en mede het landmetersvak omhoog stootte,
is Jacob van Deventer, landmeter, kaartenmaker en koninklijk geo
graaf, één onzer allergrootste voorgangers gebleven.
216